Vervoeging van droogvallen
Onbepaalde wijs (infinitief): droogvallen
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het valt droog
- zij vallen droog
Presente
- lui/lei/Lei secca
- loro/Loro seccano
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het viel droog
- zij vielen droog
Imperfetto
- lui/lei/Lei seccava
- loro/Loro seccavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is drooggevallen
- zij zijn drooggevallen
Passato prossimo
- lui/lei/Lei ha seccato
- loro/Loro hanno seccato
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was drooggevallen
- zij waren drooggevallen
Trapassato prossimo
- lui/lei/Lei aveva seccato
- loro/Loro avevano seccato
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal droogvallen
- zij zult droogvallen
Futuro semplice
- lui/lei/Lei seccherà
- loro/Loro seccheranno
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal drooggevallen zijn
- zij zult drooggevallen zijn
Futuro anteriore
- lui/lei/Lei avrà seccato
- loro/Loro avranno seccato
Conditionalis I
- hij/zij/het zal droogvallen
- zij zullen droogvallen
Condizionale presente
- lui/lei/Lei seccherebbe
- loro/Loro seccherebbero
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn drooggevallen
- zij zullen zijn drooggevallen
Condizionale passato
- lui/lei/Lei avrebbe seccato
- loro/Loro avrebbero seccato