Vervoeging van jongen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het jongt
    • zij jongen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het jongde
    • zij jongden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft gejongd
    • zij hebben gejongd
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had gejongd
    • zij hadden gejongd
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal jongen
    • zij zult jongen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal gejongd hebben
    • zij zult gejongd hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal jongen
    • zij zullen jongen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben gejongd
    • zij zullen hebben gejongd

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van jongen