Vervoeging van resoneren
Onbepaalde wijs (infinitief): resoneren
				
				Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik resoneer
 - jij resoneert
 - hij/zij/het resoneert
 - wij resoneren
 - jullie resoneren
 - zij resoneren
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik resoneerde
 - jij resoneerde
 - hij/zij/het resoneerde
 - wij resoneerden
 - jullie resoneerden
 - zij resoneerden
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geresoneerd
 - jij hebt geresoneerd
 - hij/zij/het heeft geresoneerd
 - wij hebben geresoneerd
 - jullie hebben geresoneerd
 - zij hebben geresoneerd
 
Voltooid verleden tijd
- ik had geresoneerd
 - jij had geresoneerd
 - hij/zij/het had geresoneerd
 - wij hadden geresoneerd
 - jullie hadden geresoneerd
 - zij hadden geresoneerd
 
Toekomende tijd I
- ik zal resoneren
 - jij zult resoneren
 - hij/zij/het zal resoneren
 - wij zullen resoneren
 - jullie zullen resoneren
 - zij zullen resoneren
 
Toekomende tijd II
- ik zal geresoneerd hebben
 - jij zult geresoneerd hebben
 - hij/zij/het zal geresoneerd hebben
 - wij zullen geresoneerd hebben
 - jullie zullen geresoneerd hebben
 - zij zullen geresoneerd hebben
 
Conditionalis I
- ik zou resoneren
 - jij zou resoneren
 - hij/zij/het zou resoneren
 - wij zouden resoneren
 - jullie zouden resoneren
 - zij zouden resoneren
 
Conditionalis II
- ik zou hebben geresoneerd
 - jij zou hebben geresoneerd
 - hij/zij/het zou hebben geresoneerd
 - wij zouden hebben geresoneerd
 - jullie zouden hebben geresoneerd
 - zij zouden hebben geresoneerd
 
Imperatief
- jij resoneer
 - jullie resoneert