Vervoeging van stipuleren
Onbepaalde wijs (infinitief): stipuleren
				
				Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stipuleer
 - jij stipuleert
 - hij/zij/het stipuleert
 - wij stipuleren
 - jullie stipuleren
 - zij stipuleren
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik stipuleerde
 - jij stipuleerde
 - hij/zij/het stipuleerde
 - wij stipuleerden
 - jullie stipuleerden
 - zij stipuleerden
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gestipuleerd
 - jij hebt gestipuleerd
 - hij/zij/het heeft gestipuleerd
 - wij hebben gestipuleerd
 - jullie hebben gestipuleerd
 - zij hebben gestipuleerd
 
Voltooid verleden tijd
- ik had gestipuleerd
 - jij had gestipuleerd
 - hij/zij/het had gestipuleerd
 - wij hadden gestipuleerd
 - jullie hadden gestipuleerd
 - zij hadden gestipuleerd
 
Toekomende tijd I
- ik zal stipuleren
 - jij zult stipuleren
 - hij/zij/het zal stipuleren
 - wij zullen stipuleren
 - jullie zullen stipuleren
 - zij zullen stipuleren
 
Toekomende tijd II
- ik zal gestipuleerd hebben
 - jij zult gestipuleerd hebben
 - hij/zij/het zal gestipuleerd hebben
 - wij zullen gestipuleerd hebben
 - jullie zullen gestipuleerd hebben
 - zij zullen gestipuleerd hebben
 
Conditionalis I
- ik zou stipuleren
 - jij zou stipuleren
 - hij/zij/het zou stipuleren
 - wij zouden stipuleren
 - jullie zouden stipuleren
 - zij zouden stipuleren
 
Conditionalis II
- ik zou hebben gestipuleerd
 - jij zou hebben gestipuleerd
 - hij/zij/het zou hebben gestipuleerd
 - wij zouden hebben gestipuleerd
 - jullie zouden hebben gestipuleerd
 - zij zouden hebben gestipuleerd
 
Imperatief
- jij stipuleer
 - jullie stipuleert