Vervoeging van terugverwijzen
Onbepaalde wijs (infinitief): terugverwijzen
				
				Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verwijs terug
 - jij verwijst terug
 - hij/zij/het verwijst terug
 - wij verwijzen terug
 - jullie verwijzen terug
 - zij verwijzen terug
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik verwees terug
 - jij verwees terug
 - hij/zij/het verwees terug
 - wij verwezen terug
 - jullie verwezen terug
 - zij verwezen terug
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb teruggeverwezen
 - jij hebt teruggeverwezen
 - hij/zij/het heeft teruggeverwezen
 - wij hebben teruggeverwezen
 - jullie hebben teruggeverwezen
 - zij hebben teruggeverwezen
 
Voltooid verleden tijd
- ik had teruggeverwezen
 - jij had teruggeverwezen
 - hij/zij/het had teruggeverwezen
 - wij hadden teruggeverwezen
 - jullie hadden teruggeverwezen
 - zij hadden teruggeverwezen
 
Toekomende tijd I
- ik zal terugverwijzen
 - jij zult terugverwijzen
 - hij/zij/het zal terugverwijzen
 - wij zullen terugverwijzen
 - jullie zullen terugverwijzen
 - zij zullen terugverwijzen
 
Toekomende tijd II
- ik zal teruggeverwezen hebben
 - jij zult teruggeverwezen hebben
 - hij/zij/het zal teruggeverwezen hebben
 - wij zullen teruggeverwezen hebben
 - jullie zullen teruggeverwezen hebben
 - zij zullen teruggeverwezen hebben
 
Conditionalis I
- ik zou terugverwijzen
 - jij zou terugverwijzen
 - hij/zij/het zou terugverwijzen
 - wij zouden terugverwijzen
 - jullie zouden terugverwijzen
 - zij zouden terugverwijzen
 
Conditionalis II
- ik zou hebben teruggeverwezen
 - jij zou hebben teruggeverwezen
 - hij/zij/het zou hebben teruggeverwezen
 - wij zouden hebben teruggeverwezen
 - jullie zouden hebben teruggeverwezen
 - zij zouden hebben teruggeverwezen
 
Imperatief
- jij verwijs terug
 - jullie verwijst terug