Vervoeging van toeschrijven
Onbepaalde wijs (infinitief): toeschrijven
				
				Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schrijf toe
 - jij schrijft toe
 - hij/zij/het schrijft toe
 - wij schrijven toe
 - jullie schrijven toe
 - zij schrijven toe
 
Présent
- j'attribue
 - tu attribues
 - il/elle attribue
 - nous attribuons
 - vous attribuez
 - ils/elles attribuent
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik schreef toe
 - jij schreef toe
 - hij/zij/het schreef toe
 - wij schreven toe
 - jullie schreven toe
 - zij schreven toe
 
Indicatif imparfait
- j'attribuais
 - tu attribuais
 - il/elle attribuait
 - nous attribuions
 - vous attribuiez
 - ils/elles attribuaient
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb toegeschreven
 - jij hebt toegeschreven
 - hij/zij/het heeft toegeschreven
 - wij hebben toegeschreven
 - jullie hebben toegeschreven
 - zij hebben toegeschreven
 
Indicatif passé composé
- j'ai attribué
 - tu as attribué
 - il/elle a attribué
 - nous avons attribué
 - vous avez attribué
 - ils/elles ont attribué
 
Voltooid verleden tijd
- ik had toegeschreven
 - jij had toegeschreven
 - hij/zij/het had toegeschreven
 - wij hadden toegeschreven
 - jullie hadden toegeschreven
 - zij hadden toegeschreven
 
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais attribué
 - tu avais attribué
 - il/elle avait attribué
 - nous avions attribué
 - vous aviez attribué
 - ils/elles avaient attribué
 
Toekomende tijd I
- ik zal toeschrijven
 - jij zult toeschrijven
 - hij/zij/het zal toeschrijven
 - wij zullen toeschrijven
 - jullie zullen toeschrijven
 - zij zullen toeschrijven
 
Indicatif futur
- j'attribuerai
 - tu attribueras
 - il/elle attribuera
 - nous attribuerons
 - vous attribuerez
 - ils/elles attribueront
 
Toekomende tijd II
- ik zal toegeschreven hebben
 - jij zult toegeschreven hebben
 - hij/zij/het zal toegeschreven hebben
 - wij zullen toegeschreven hebben
 - jullie zullen toegeschreven hebben
 - zij zullen toegeschreven hebben
 
Indicatif futur antérieur
- j'aurai attribué
 - tu auras attribué
 - il/elle aura attribué
 - nous aurons attribué
 - vous aurez attribué
 - ils/elles auront attribué
 
Conditionalis I
- ik zou toeschrijven
 - jij zou toeschrijven
 - hij/zij/het zou toeschrijven
 - wij zouden toeschrijven
 - jullie zouden toeschrijven
 - zij zouden toeschrijven
 
Conditionnel présent
- j'attribuerais
 - tu attribuerais
 - il/elle attribuerait
 - nous attribuerions
 - vous attribueriez
 - ils/elles attribueraient
 
Conditionalis II
- ik zou hebben toegeschreven
 - jij zou hebben toegeschreven
 - hij/zij/het zou hebben toegeschreven
 - wij zouden hebben toegeschreven
 - jullie zouden hebben toegeschreven
 - zij zouden hebben toegeschreven
 
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais attribué
 - tu aurais attribué
 - il/elle aurait attribué
 - nous aurions attribué
 - vous auriez attribué
 - ils/elles auraient attribué
 
Imperatief
- jij schrijf toe
 - jullie schrijft toe
 
Impératif
- tu attribue
 - vous attribuez