Vervoeging van verdwijnen

Onbepaalde wijs (infinitief): verdwijnen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik verdwijn
    • jij verdwijnt
    • hij/zij/het verdwijnt
    • wij verdwijnen
    • jullie verdwijnen
    • zij verdwijnen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik verdween
    • jij verdween
    • hij/zij/het verdween
    • wij verdwenen
    • jullie verdwenen
    • zij verdwenen
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik ben verdwenen
    • jij bent verdwenen
    • hij/zij/het is verdwenen
    • wij zijn verdwenen
    • jullie zijn verdwenen
    • zij zijn verdwenen
  • Voltooid verleden tijd

    • ik was verdwenen
    • jij was verdwenen
    • hij/zij/het was verdwenen
    • wij waren verdwenen
    • jullie waren verdwenen
    • zij waren verdwenen
  • Toekomende tijd I

    • ik zal verdwijnen
    • jij zult verdwijnen
    • hij/zij/het zal verdwijnen
    • wij zullen verdwijnen
    • jullie zullen verdwijnen
    • zij zullen verdwijnen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal verdwenen zijn
    • jij zult verdwenen zijn
    • hij/zij/het zal verdwenen zijn
    • wij zullen verdwenen zijn
    • jullie zullen verdwenen zijn
    • zij zullen verdwenen zijn
  • Conditionalis I

    • ik zou verdwijnen
    • jij zou verdwijnen
    • hij/zij/het zou verdwijnen
    • wij zouden verdwijnen
    • jullie zouden verdwijnen
    • zij zouden verdwijnen
  • Conditionalis II

    • ik zou zijn verdwenen
    • jij zou zijn verdwenen
    • hij/zij/het zou zijn verdwenen
    • wij zouden zijn verdwenen
    • jullie zouden zijn verdwenen
    • zij zouden zijn verdwenen
  • Imperatief

    • jij verdwijn
    • jullie verdwijnt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van verdwijnen