Vervoeging van verrekken

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik verrek
    • jij verrekt
    • hij/zij/het verrekt
    • wij verrekken
    • jullie verrekken
    • zij verrekken
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik verrekte
    • jij verrekte
    • hij/zij/het verrekte
    • wij verrekten
    • jullie verrekten
    • zij verrekten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb verrekt
    • jij hebt verrekt
    • hij/zij/het heeft verrekt
    • wij hebben verrekt
    • jullie hebben verrekt
    • zij hebben verrekt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had verrekt
    • jij had verrekt
    • hij/zij/het had verrekt
    • wij hadden verrekt
    • jullie hadden verrekt
    • zij hadden verrekt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal verrekken
    • jij zult verrekken
    • hij/zij/het zal verrekken
    • wij zullen verrekken
    • jullie zullen verrekken
    • zij zullen verrekken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal verrekt hebben
    • jij zult verrekt hebben
    • hij/zij/het zal verrekt hebben
    • wij zullen verrekt hebben
    • jullie zullen verrekt hebben
    • zij zullen verrekt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou verrekken
    • jij zou verrekken
    • hij/zij/het zou verrekken
    • wij zouden verrekken
    • jullie zouden verrekken
    • zij zouden verrekken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben verrekt
    • jij zou hebben verrekt
    • hij/zij/het zou hebben verrekt
    • wij zouden hebben verrekt
    • jullie zouden hebben verrekt
    • zij zouden hebben verrekt
  • Imperatief

    • jij verrek
    • jullie verrekt

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van verrekken