Vervoeging van administreren
Onbepaalde wijs (infinitief): administreren
Nederlands
Duits
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik administreer
- jij administreert
- hij/zij/het administreert
- wij administreren
- jullie administreren
- zij administreren
Präsens Indikativ
- ich verwalte
- du verwaltest
- er/sie/es verwaltet
- wir verwalten
- ihr verwaltet
- sie verwalten
Onvoltooid verleden tijd
- ik administreerde
- jij administreerde
- hij/zij/het administreerde
- wij administreerden
- jullie administreerden
- zij administreerden
Präteritum Indikativ
- ich verwaltete
- du verwaltetest
- er/sie/es verwaltete
- wir verwalteten
- ihr verwaltetet
- sie verwalteten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geadministreerd
- jij hebt geadministreerd
- hij/zij/het heeft geadministreerd
- wij hebben geadministreerd
- jullie hebben geadministreerd
- zij hebben geadministreerd
Perfekt Indikativ
- ich habe verwaltet
- du hast verwaltet
- er/sie/es hat verwaltet
- wir haben verwaltet
- ihr habt verwaltet
- sie haben verwaltet
Voltooid verleden tijd
- ik had geadministreerd
- jij had geadministreerd
- hij/zij/het had geadministreerd
- wij hadden geadministreerd
- jullie hadden geadministreerd
- zij hadden geadministreerd
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte verwaltet
- du hattest verwaltet
- er/sie/es hatte verwaltet
- wir hatten verwaltet
- ihr hattet verwaltet
- sie hatten verwaltet
Toekomende tijd I
- ik zal administreren
- jij zult administreren
- hij/zij/het zal administreren
- wij zullen administreren
- jullie zullen administreren
- zij zullen administreren
Futur I Indikativ
- ich werde verwalten
- du wirst verwalten
- er/sie/es wird verwalten
- wir werden verwalten
- ihr werdet verwalten
- sie werden verwalten
Toekomende tijd II
- ik zal geadministreerd hebben
- jij zult geadministreerd hebben
- hij/zij/het zal geadministreerd hebben
- wij zullen geadministreerd hebben
- jullie zullen geadministreerd hebben
- zij zullen geadministreerd hebben
Futur II Indikativ
- ich werde verwaltet haben
- du wirst verwaltet haben
- er/sie/es wird verwaltet haben
- wir werden verwaltet haben
- ihr werdet verwaltet haben
- sie werden verwaltet haben
Conditionalis I
- ik zou administreren
- jij zou administreren
- hij/zij/het zou administreren
- wij zouden administreren
- jullie zouden administreren
- zij zouden administreren
Futur I Konjunktiv II
- ich würde verwalten
- du würdest verwalten
- er/sie/es würde verwalten
- wir würden verwalten
- ihr würdet verwalten
- sie würden verwalten
Conditionalis II
- ik zou hebben geadministreerd
- jij zou hebben geadministreerd
- hij/zij/het zou hebben geadministreerd
- wij zouden hebben geadministreerd
- jullie zouden hebben geadministreerd
- zij zouden hebben geadministreerd
Futur II Konjunktiv II
- ich würde verwaltet haben
- du würdest verwaltet haben
- er/sie/es würde verwaltet haben
- wir würden verwaltet haben
- ihr würdet verwaltet haben
- sie würden verwaltet haben
Imperatief
- jij administreer
- jullie administreert
Imperativ
- du verwalte
- ihr verwaltet