Vervoeging van introduceren

Onbepaalde wijs (infinitief): introduceren

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik introduceer
    • jij introduceert
    • hij/zij/het introduceert
    • wij introduceren
    • jullie introduceren
    • zij introduceren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik introduceerde
    • jij introduceerde
    • hij/zij/het introduceerde
    • wij introduceerden
    • jullie introduceerden
    • zij introduceerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geïntroduceerd
    • jij hebt geïntroduceerd
    • hij/zij/het heeft geïntroduceerd
    • wij hebben geïntroduceerd
    • jullie hebben geïntroduceerd
    • zij hebben geïntroduceerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geïntroduceerd
    • jij had geïntroduceerd
    • hij/zij/het had geïntroduceerd
    • wij hadden geïntroduceerd
    • jullie hadden geïntroduceerd
    • zij hadden geïntroduceerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal introduceren
    • jij zult introduceren
    • hij/zij/het zal introduceren
    • wij zullen introduceren
    • jullie zullen introduceren
    • zij zullen introduceren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geïntroduceerd hebben
    • jij zult geïntroduceerd hebben
    • hij/zij/het zal geïntroduceerd hebben
    • wij zullen geïntroduceerd hebben
    • jullie zullen geïntroduceerd hebben
    • zij zullen geïntroduceerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou introduceren
    • jij zou introduceren
    • hij/zij/het zou introduceren
    • wij zouden introduceren
    • jullie zouden introduceren
    • zij zouden introduceren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geïntroduceerd
    • jij zou hebben geïntroduceerd
    • hij/zij/het zou hebben geïntroduceerd
    • wij zouden hebben geïntroduceerd
    • jullie zouden hebben geïntroduceerd
    • zij zouden hebben geïntroduceerd
  • Imperatief

    • jij introduceer
    • jullie introduceert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van introduceren