Vervoeging van aanraden
Onbepaalde wijs (infinitief): aanraden
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik raad aan
- jij raadt aan
- hij/zij/het raadt aan
- wij raden aan
- jullie raden aan
- zij raden aan
Present
- I recommend
- you recommend
- he/she/it recommends
- we recommend
- you recommend
- they recommend
Onvoltooid verleden tijd
- ik ried aan
- jij ried aan
- hij/zij/het ried aan
- wij rieden aan
- jullie rieden aan
- zij rieden aan
Simple past
- I recommended
- you recommended
- he/she/it recommended
- we recommended
- you recommended
- they recommended
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangeraden
- jij hebt aangeraden
- hij/zij/het heeft aangeraden
- wij hebben aangeraden
- jullie hebben aangeraden
- zij hebben aangeraden
Present perfect
- I have recommended
- you have recommended
- he/she/it has recommended
- we have recommended
- you have recommended
- they have recommended
Voltooid verleden tijd
- ik had aangeraden
- jij had aangeraden
- hij/zij/het had aangeraden
- wij hadden aangeraden
- jullie hadden aangeraden
- zij hadden aangeraden
Past perfect
- I had recommended
- you had recommended
- he/she/it had recommended
- we had recommended
- you had recommended
- they had recommended
Toekomende tijd I
- ik zal aanraden
- jij zult aanraden
- hij/zij/het zal aanraden
- wij zullen aanraden
- jullie zullen aanraden
- zij zullen aanraden
Future
- I will recommend
- you will recommend
- he/she/it will recommend
- we will recommend
- you will recommend
- they will recommend
Toekomende tijd II
- ik zal aangeraden hebben
- jij zult aangeraden hebben
- hij/zij/het zal aangeraden hebben
- wij zullen aangeraden hebben
- jullie zullen aangeraden hebben
- zij zullen aangeraden hebben
Future perfect
- I will have recommended
- you will have recommended
- he/she/it will have recommended
- we will have recommended
- you will have recommended
- they will have recommended
Conditionalis I
- ik zou aanraden
- jij zou aanraden
- hij/zij/het zou aanraden
- wij zouden aanraden
- jullie zouden aanraden
- zij zouden aanraden
Conditional present
- I would recommend
- you would recommend
- he/she/it would recommend
- we would recommend
- you would recommend
- they would recommend
Conditionalis II
- ik zou hebben aangeraden
- jij zou hebben aangeraden
- hij/zij/het zou hebben aangeraden
- wij zouden hebben aangeraden
- jullie zouden hebben aangeraden
- zij zouden hebben aangeraden
Conditional perfect
- I would have recommended
- you would have recommended
- he/she/it would have recommended
- we would have recommended
- you would have recommended
- they would have recommended
Imperatief
- jij raad aan
- jullie raadt aan
Imperative
- you recommend
- you recommend