Vervoeging van doorhebben
Onbepaalde wijs (infinitief): doorhebben
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik heb door
- jij hebt door
- hij/zij/het heeft door
- wij hebben door
- jullie hebben door
- zij hebben door
Present
- I understand
- you understand
- he/she/it understands
- we understand
- you understand
- they understand
Onvoltooid verleden tijd
- ik had door
- jij had door
- hij/zij/het had door
- wij hadden door
- jullie hadden door
- zij hadden door
Simple past
- I understood
- you understood
- he/she/it understood
- we understood
- you understood
- they understood
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb doorgehad
- jij hebt doorgehad
- hij/zij/het heeft doorgehad
- wij hebben doorgehad
- jullie hebben doorgehad
- zij hebben doorgehad
Present perfect
- I have understood
- you have understood
- he/she/it has understood
- we have understood
- you have understood
- they have understood
Voltooid verleden tijd
- ik had doorgehad
- jij had doorgehad
- hij/zij/het had doorgehad
- wij hadden doorgehad
- jullie hadden doorgehad
- zij hadden doorgehad
Past perfect
- I had understood
- you had understood
- he/she/it had understood
- we had understood
- you had understood
- they had understood
Toekomende tijd I
- ik zal doorhebben
- jij zult doorhebben
- hij/zij/het zal doorhebben
- wij zullen doorhebben
- jullie zullen doorhebben
- zij zullen doorhebben
Future
- I will understand
- you will understand
- he/she/it will understand
- we will understand
- you will understand
- they will understand
Toekomende tijd II
- ik zal doorgehad hebben
- jij zult doorgehad hebben
- hij/zij/het zal doorgehad hebben
- wij zullen doorgehad hebben
- jullie zullen doorgehad hebben
- zij zullen doorgehad hebben
Future perfect
- I will have understood
- you will have understood
- he/she/it will have understood
- we will have understood
- you will have understood
- they will have understood
Conditionalis I
- ik zou doorhebben
- jij zou doorhebben
- hij/zij/het zou doorhebben
- wij zouden doorhebben
- jullie zouden doorhebben
- zij zouden doorhebben
Conditional present
- I would understand
- you would understand
- he/she/it would understand
- we would understand
- you would understand
- they would understand
Conditionalis II
- ik zou hebben doorgehad
- jij zou hebben doorgehad
- hij/zij/het zou hebben doorgehad
- wij zouden hebben doorgehad
- jullie zouden hebben doorgehad
- zij zouden hebben doorgehad
Conditional perfect
- I would have understood
- you would have understood
- he/she/it would have understood
- we would have understood
- you would have understood
- they would have understood
Imperatief
- jij heb door
- jullie hebt door
Imperative
- you understand
- you understand