Vervoeging van koperen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik koper
 - jij kopert
 - hij/zij/het kopert
 - wij koperen
 - jullie koperen
 - zij koperen
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik koperde
 - jij koperde
 - hij/zij/het koperde
 - wij koperden
 - jullie koperden
 - zij koperden
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gekoperd
 - jij hebt gekoperd
 - hij/zij/het heeft gekoperd
 - wij hebben gekoperd
 - jullie hebben gekoperd
 - zij hebben gekoperd
 
Voltooid verleden tijd
- ik had gekoperd
 - jij had gekoperd
 - hij/zij/het had gekoperd
 - wij hadden gekoperd
 - jullie hadden gekoperd
 - zij hadden gekoperd
 
Toekomende tijd I
- ik zal koperen
 - jij zult koperen
 - hij/zij/het zal koperen
 - wij zullen koperen
 - jullie zullen koperen
 - zij zullen koperen
 
Toekomende tijd II
- ik zal gekoperd hebben
 - jij zult gekoperd hebben
 - hij/zij/het zal gekoperd hebben
 - wij zullen gekoperd hebben
 - jullie zullen gekoperd hebben
 - zij zullen gekoperd hebben
 
Conditionalis I
- ik zou koperen
 - jij zou koperen
 - hij/zij/het zou koperen
 - wij zouden koperen
 - jullie zouden koperen
 - zij zouden koperen
 
Conditionalis II
- ik zou hebben gekoperd
 - jij zou hebben gekoperd
 - hij/zij/het zou hebben gekoperd
 - wij zouden hebben gekoperd
 - jullie zouden hebben gekoperd
 - zij zouden hebben gekoperd
 
Imperatief
- jij koper
 - jullie kopert