Vervoeging van accumuleren

Onbepaalde wijs (infinitief): accumuleren

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik accumuleer
    • jij accumuleert
    • hij/zij/het accumuleert
    • wij accumuleren
    • jullie accumuleren
    • zij accumuleren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik accumuleerde
    • jij accumuleerde
    • hij/zij/het accumuleerde
    • wij accumuleerden
    • jullie accumuleerden
    • zij accumuleerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geaccumuleerd
    • jij hebt geaccumuleerd
    • hij/zij/het heeft geaccumuleerd
    • wij hebben geaccumuleerd
    • jullie hebben geaccumuleerd
    • zij hebben geaccumuleerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geaccumuleerd
    • jij had geaccumuleerd
    • hij/zij/het had geaccumuleerd
    • wij hadden geaccumuleerd
    • jullie hadden geaccumuleerd
    • zij hadden geaccumuleerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal accumuleren
    • jij zult accumuleren
    • hij/zij/het zal accumuleren
    • wij zullen accumuleren
    • jullie zullen accumuleren
    • zij zullen accumuleren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geaccumuleerd hebben
    • jij zult geaccumuleerd hebben
    • hij/zij/het zal geaccumuleerd hebben
    • wij zullen geaccumuleerd hebben
    • jullie zullen geaccumuleerd hebben
    • zij zullen geaccumuleerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou accumuleren
    • jij zou accumuleren
    • hij/zij/het zou accumuleren
    • wij zouden accumuleren
    • jullie zouden accumuleren
    • zij zouden accumuleren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geaccumuleerd
    • jij zou hebben geaccumuleerd
    • hij/zij/het zou hebben geaccumuleerd
    • wij zouden hebben geaccumuleerd
    • jullie zouden hebben geaccumuleerd
    • zij zouden hebben geaccumuleerd
  • Imperatief

    • jij accumuleer
    • jullie accumuleert

Verwijzingen

Bekijk 5 definitie(s) van accumuleren