Vervoeging van voortleven
Onbepaalde wijs (infinitief): voortleven
				
				Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik leef voort
 - jij leeft voort
 - hij/zij/het leeft voort
 - wij leven voort
 - jullie leven voort
 - zij leven voort
 
Onvoltooid verleden tijd
- ik leefde voort
 - jij leefde voort
 - hij/zij/het leefde voort
 - wij leefden voort
 - jullie leefden voort
 - zij leefden voort
 
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb voortgeleefd
 - jij hebt voortgeleefd
 - hij/zij/het heeft voortgeleefd
 - wij hebben voortgeleefd
 - jullie hebben voortgeleefd
 - zij hebben voortgeleefd
 
Voltooid verleden tijd
- ik had voortgeleefd
 - jij had voortgeleefd
 - hij/zij/het had voortgeleefd
 - wij hadden voortgeleefd
 - jullie hadden voortgeleefd
 - zij hadden voortgeleefd
 
Toekomende tijd I
- ik zal voortleven
 - jij zult voortleven
 - hij/zij/het zal voortleven
 - wij zullen voortleven
 - jullie zullen voortleven
 - zij zullen voortleven
 
Toekomende tijd II
- ik zal voortgeleefd hebben
 - jij zult voortgeleefd hebben
 - hij/zij/het zal voortgeleefd hebben
 - wij zullen voortgeleefd hebben
 - jullie zullen voortgeleefd hebben
 - zij zullen voortgeleefd hebben
 
Conditionalis I
- ik zou voortleven
 - jij zou voortleven
 - hij/zij/het zou voortleven
 - wij zouden voortleven
 - jullie zouden voortleven
 - zij zouden voortleven
 
Conditionalis II
- ik zou hebben voortgeleefd
 - jij zou hebben voortgeleefd
 - hij/zij/het zou hebben voortgeleefd
 - wij zouden hebben voortgeleefd
 - jullie zouden hebben voortgeleefd
 - zij zouden hebben voortgeleefd
 
Imperatief
- jij leef voort
 - jullie leeft voort