Vervoeging van achterblijven

Onbepaalde wijs (infinitief): achterblijven

Vertaling: tardar

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik blijf achter
  • jij blijft achter
  • hij/zij/het blijft achter
  • wij blijven achter
  • jullie blijven achter
  • zij blijven achter

Indicativo presente

  • yo tardo
  • tardas
  • él/ella tarda
  • nosotros tardamos
  • vosotros tardáis
  • ellos/ellas tardan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik bleef achter
  • jij bleef achter
  • hij/zij/het bleef achter
  • wij bleven achter
  • jullie bleven achter
  • zij bleven achter

Indefinido

  • yo tardé
  • tardaste
  • él/ella tardó
  • nosotros tardamos
  • vosotros tardasteis
  • ellos/ellas tardaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben achtergebleven
  • jij bent achtergebleven
  • hij/zij/het is achtergebleven
  • wij zijn achtergebleven
  • jullie zijn achtergebleven
  • zij zijn achtergebleven

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he tardado
  • has tardado
  • él/ella ha tardado
  • nosotros hemos tardado
  • vosotros habéis tardado
  • ellos/ellas han tardado

Voltooid verleden tijd

  • ik was achtergebleven
  • jij was achtergebleven
  • hij/zij/het was achtergebleven
  • wij waren achtergebleven
  • jullie waren achtergebleven
  • zij waren achtergebleven

Pluscuamperfecto

  • yo había tardado
  • habías tardado
  • él/ella había tardado
  • nosotros habíamos tardado
  • vosotros habíais tardado
  • ellos/ellas habían tardado

Toekomende tijd I

  • ik zal achterblijven
  • jij zult achterblijven
  • hij/zij/het zal achterblijven
  • wij zullen achterblijven
  • jullie zullen achterblijven
  • zij zullen achterblijven

Futuro I

  • yo tardaré
  • tardarás
  • él/ella tardará
  • nosotros tardaremos
  • vosotros tardaréis
  • ellos/ellas tardarán

Toekomende tijd II

  • ik zal achtergebleven zijn
  • jij zult achtergebleven zijn
  • hij/zij/het zal achtergebleven zijn
  • wij zullen achtergebleven zijn
  • jullie zullen achtergebleven zijn
  • zij zullen achtergebleven zijn

Futuro perfecto

  • yo habré tardado
  • habrás tardado
  • él/ella habrá tardado
  • nosotros habremos tardado
  • vosotros habréis tardado
  • ellos/ellas habrán tardado

Conditionalis I

  • ik zou achterblijven
  • jij zou achterblijven
  • hij/zij/het zou achterblijven
  • wij zouden achterblijven
  • jullie zouden achterblijven
  • zij zouden achterblijven

Condicional

  • yo tardaría
  • tardarías
  • él/ella tardaría
  • nosotros tardaríamos
  • vosotros tardaríais
  • ellos/ellas tardarían

Conditionalis II

  • ik zou zijn achtergebleven
  • jij zou zijn achtergebleven
  • hij/zij/het zou zijn achtergebleven
  • wij zouden zijn achtergebleven
  • jullie zouden zijn achtergebleven
  • zij zouden zijn achtergebleven

Condicional perfecto

  • yo habría tardado
  • habrías tardado
  • él/ella habría tardado
  • nosotros habríamos tardado
  • vosotros habríais tardado
  • ellos/ellas habrían tardado

Imperatief

  • jij blijf achter
  • jullie blijft achter

Imperativo presente

  • tarda
  • vosotros tardad

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van achterblijven