Vervoeging van administreren
Onbepaalde wijs (infinitief): administreren
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik administreer
- jij administreert
- hij/zij/het administreert
- wij administreren
- jullie administreren
- zij administreren
Presente
- io dirigo
- tu dirigi
- lui/lei/Lei dirige
- noi dirigiamo
- voi/Voi dirigete
- loro/Loro dirigono
Onvoltooid verleden tijd
- ik administreerde
- jij administreerde
- hij/zij/het administreerde
- wij administreerden
- jullie administreerden
- zij administreerden
Imperfetto
- io dirigevo
- tu dirigevi
- lui/lei/Lei dirigeva
- noi dirigevamo
- voi/Voi dirigevate
- loro/Loro dirigevano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geadministreerd
- jij hebt geadministreerd
- hij/zij/het heeft geadministreerd
- wij hebben geadministreerd
- jullie hebben geadministreerd
- zij hebben geadministreerd
Passato prossimo
- io ho diretto
- tu hai diretto
- lui/lei/Lei ha diretto
- noi abbiamo diretto
- voi/Voi avete diretto
- loro/Loro hanno diretto
Voltooid verleden tijd
- ik had geadministreerd
- jij had geadministreerd
- hij/zij/het had geadministreerd
- wij hadden geadministreerd
- jullie hadden geadministreerd
- zij hadden geadministreerd
Trapassato prossimo
- io avevo diretto
- tu avevi diretto
- lui/lei/Lei aveva diretto
- noi avevamo diretto
- voi/Voi avevate diretto
- loro/Loro avevano diretto
Toekomende tijd I
- ik zal administreren
- jij zult administreren
- hij/zij/het zal administreren
- wij zullen administreren
- jullie zullen administreren
- zij zullen administreren
Futuro semplice
- io dirigerò
- tu dirigerai
- lui/lei/Lei dirigerà
- noi dirigeremo
- voi/Voi dirigerete
- loro/Loro dirigeranno
Toekomende tijd II
- ik zal geadministreerd hebben
- jij zult geadministreerd hebben
- hij/zij/het zal geadministreerd hebben
- wij zullen geadministreerd hebben
- jullie zullen geadministreerd hebben
- zij zullen geadministreerd hebben
Futuro anteriore
- io avrò diretto
- tu avrai diretto
- lui/lei/Lei avrà diretto
- noi avremo diretto
- voi/Voi avrete diretto
- loro/Loro avranno diretto
Conditionalis I
- ik zou administreren
- jij zou administreren
- hij/zij/het zou administreren
- wij zouden administreren
- jullie zouden administreren
- zij zouden administreren
Condizionale presente
- io dirigerei
- tu dirigeresti
- lui/lei/Lei dirigerebbe
- noi dirigeremmo
- voi/Voi dirigereste
- loro/Loro dirigerebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben geadministreerd
- jij zou hebben geadministreerd
- hij/zij/het zou hebben geadministreerd
- wij zouden hebben geadministreerd
- jullie zouden hebben geadministreerd
- zij zouden hebben geadministreerd
Condizionale passato
- io avrei diretto
- tu avresti diretto
- lui/lei/Lei avrebbe diretto
- noi avremmo diretto
- voi/Voi avreste diretto
- loro/Loro avrebbero diretto
Imperatief
- jij administreer
- jullie administreert
Imperativo
- tu dirigi
- voi/Voi dirigete