Vervoeging van afklinken

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik klink af
    • jij klinkt af
    • hij/zij/het klinkt af
    • wij klinken af
    • jullie klinken af
    • zij klinken af
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik klonk af
    • jij klonk af
    • hij/zij/het klonk af
    • wij klonken af
    • jullie klonken af
    • zij klonken af
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb afgeklonken
    • jij hebt afgeklonken
    • hij/zij/het heeft afgeklonken
    • wij hebben afgeklonken
    • jullie hebben afgeklonken
    • zij hebben afgeklonken
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had afgeklonken
    • jij had afgeklonken
    • hij/zij/het had afgeklonken
    • wij hadden afgeklonken
    • jullie hadden afgeklonken
    • zij hadden afgeklonken
  • Toekomende tijd I

    • ik zal afklinken
    • jij zult afklinken
    • hij/zij/het zal afklinken
    • wij zullen afklinken
    • jullie zullen afklinken
    • zij zullen afklinken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal afgeklonken hebben
    • jij zult afgeklonken hebben
    • hij/zij/het zal afgeklonken hebben
    • wij zullen afgeklonken hebben
    • jullie zullen afgeklonken hebben
    • zij zullen afgeklonken hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou afklinken
    • jij zou afklinken
    • hij/zij/het zou afklinken
    • wij zouden afklinken
    • jullie zouden afklinken
    • zij zouden afklinken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben afgeklonken
    • jij zou hebben afgeklonken
    • hij/zij/het zou hebben afgeklonken
    • wij zouden hebben afgeklonken
    • jullie zouden hebben afgeklonken
    • zij zouden hebben afgeklonken
  • Imperatief

    • jij klink af
    • jullie klinkt af