Vervoeging van afschakelen

Onbepaalde wijs (infinitief): afschakelen

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik schakel af
    • jij schakelt af
    • hij/zij/het schakelt af
    • wij schakelen af
    • jullie schakelen af
    • zij schakelen af
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik schakelde af
    • jij schakelde af
    • hij/zij/het schakelde af
    • wij schakelden af
    • jullie schakelden af
    • zij schakelden af
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb afgeschakeld
    • jij hebt afgeschakeld
    • hij/zij/het heeft afgeschakeld
    • wij hebben afgeschakeld
    • jullie hebben afgeschakeld
    • zij hebben afgeschakeld
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had afgeschakeld
    • jij had afgeschakeld
    • hij/zij/het had afgeschakeld
    • wij hadden afgeschakeld
    • jullie hadden afgeschakeld
    • zij hadden afgeschakeld
  • Toekomende tijd I

    • ik zal afschakelen
    • jij zult afschakelen
    • hij/zij/het zal afschakelen
    • wij zullen afschakelen
    • jullie zullen afschakelen
    • zij zullen afschakelen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal afgeschakeld hebben
    • jij zult afgeschakeld hebben
    • hij/zij/het zal afgeschakeld hebben
    • wij zullen afgeschakeld hebben
    • jullie zullen afgeschakeld hebben
    • zij zullen afgeschakeld hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou afschakelen
    • jij zou afschakelen
    • hij/zij/het zou afschakelen
    • wij zouden afschakelen
    • jullie zouden afschakelen
    • zij zouden afschakelen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben afgeschakeld
    • jij zou hebben afgeschakeld
    • hij/zij/het zou hebben afgeschakeld
    • wij zouden hebben afgeschakeld
    • jullie zouden hebben afgeschakeld
    • zij zouden hebben afgeschakeld
  • Imperatief

    • jij schakel af
    • jullie schakelt af