Vervoeging van afschampen

Onbepaalde wijs (infinitief): afschampen

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het schampt af
    • zij schampen af
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het schampte af
    • zij schampten af
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is afgeschampt
    • zij zijn afgeschampt
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was afgeschampt
    • zij waren afgeschampt
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal afschampen
    • zij zult afschampen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal afgeschampt zijn
    • zij zult afgeschampt zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal afschampen
    • zij zullen afschampen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn afgeschampt
    • zij zullen zijn afgeschampt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van afschampen