Vervoeging van afstevenen

Onbepaalde wijs (infinitief): afstevenen

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik steven af
    • jij stevent af
    • hij/zij/het stevent af
    • wij stevenen af
    • jullie stevenen af
    • zij stevenen af
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik stevende af
    • jij stevende af
    • hij/zij/het stevende af
    • wij stevenden af
    • jullie stevenden af
    • zij stevenden af
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik ben afgestevend
    • jij bent afgestevend
    • hij/zij/het is afgestevend
    • wij zijn afgestevend
    • jullie zijn afgestevend
    • zij zijn afgestevend
  • Voltooid verleden tijd

    • ik was afgestevend
    • jij was afgestevend
    • hij/zij/het was afgestevend
    • wij waren afgestevend
    • jullie waren afgestevend
    • zij waren afgestevend
  • Toekomende tijd I

    • ik zal afstevenen
    • jij zult afstevenen
    • hij/zij/het zal afstevenen
    • wij zullen afstevenen
    • jullie zullen afstevenen
    • zij zullen afstevenen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal afgestevend zijn
    • jij zult afgestevend zijn
    • hij/zij/het zal afgestevend zijn
    • wij zullen afgestevend zijn
    • jullie zullen afgestevend zijn
    • zij zullen afgestevend zijn
  • Conditionalis I

    • ik zou afstevenen
    • jij zou afstevenen
    • hij/zij/het zou afstevenen
    • wij zouden afstevenen
    • jullie zouden afstevenen
    • zij zouden afstevenen
  • Conditionalis II

    • ik zou zijn afgestevend
    • jij zou zijn afgestevend
    • hij/zij/het zou zijn afgestevend
    • wij zouden zijn afgestevend
    • jullie zouden zijn afgestevend
    • zij zouden zijn afgestevend
  • Imperatief

    • jij steven af
    • jullie stevent af

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van afstevenen