Vervoeging van aftakken
Onbepaalde wijs (infinitief): aftakken
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het takt af
- zij takken af
Present
- he/she/it forks
- they fork
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het takte af
- zij takten af
Simple past
- he/she/it forked
- they forked
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft afgetakt
- zij hebben afgetakt
Present perfect
- he/she/it has forked
- they have forked
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had afgetakt
- zij hadden afgetakt
Past perfect
- he/she/it had forked
- they had forked
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal aftakken
- zij zult aftakken
Future
- he/she/it will fork
- they will fork
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal afgetakt hebben
- zij zult afgetakt hebben
Future perfect
- he/she/it will have forked
- they will have forked
Conditionalis I
- hij/zij/het zal aftakken
- zij zullen aftakken
Conditional present
- he/she/it would fork
- they would fork
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben afgetakt
- zij zullen hebben afgetakt
Conditional perfect
- he/she/it would have forked
- they would have forked