Vervoeging van afvreten

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het vreet af
    • zij vreten af
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het vrat af
    • zij vraten af
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft afgevreten
    • zij hebben afgevreten
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had afgevreten
    • zij hadden afgevreten
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal afvreten
    • zij zult afvreten
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal afgevreten hebben
    • zij zult afgevreten hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal afvreten
    • zij zullen afvreten
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben afgevreten
    • zij zullen hebben afgevreten