Vervoeging van afwijken

Vertaling: svoltare

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik wijk af
  • jij wijkt af
  • hij/zij/het wijkt af
  • wij wijken af
  • jullie wijken af
  • zij wijken af

Presente

  • io svolto
  • tu svolti
  • lui/lei/Lei svolta
  • noi svoltiamo
  • voi/Voi svoltate
  • loro/Loro svoltano

Onvoltooid verleden tijd

  • ik week af
  • jij week af
  • hij/zij/het week af
  • wij weken af
  • jullie weken af
  • zij weken af

Imperfetto

  • io svoltavo
  • tu svoltavi
  • lui/lei/Lei svoltava
  • noi svoltavamo
  • voi/Voi svoltavate
  • loro/Loro svoltavano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben afgeweken
  • jij bent afgeweken
  • hij/zij/het is afgeweken
  • wij zijn afgeweken
  • jullie zijn afgeweken
  • zij zijn afgeweken

Passato prossimo

  • io ho svoltato
  • tu hai svoltato
  • lui/lei/Lei ha svoltato
  • noi abbiamo svoltato
  • voi/Voi avete svoltato
  • loro/Loro hanno svoltato

Voltooid verleden tijd

  • ik was afgeweken
  • jij was afgeweken
  • hij/zij/het was afgeweken
  • wij waren afgeweken
  • jullie waren afgeweken
  • zij waren afgeweken

Trapassato prossimo

  • io avevo svoltato
  • tu avevi svoltato
  • lui/lei/Lei aveva svoltato
  • noi avevamo svoltato
  • voi/Voi avevate svoltato
  • loro/Loro avevano svoltato

Toekomende tijd I

  • ik zal afwijken
  • jij zult afwijken
  • hij/zij/het zal afwijken
  • wij zullen afwijken
  • jullie zullen afwijken
  • zij zullen afwijken

Futuro semplice

  • io svolterò
  • tu svolterai
  • lui/lei/Lei svolterà
  • noi svolteremo
  • voi/Voi svolterete
  • loro/Loro svolteranno

Toekomende tijd II

  • ik zal afgeweken zijn
  • jij zult afgeweken zijn
  • hij/zij/het zal afgeweken zijn
  • wij zullen afgeweken zijn
  • jullie zullen afgeweken zijn
  • zij zullen afgeweken zijn

Futuro anteriore

  • io avrò svoltato
  • tu avrai svoltato
  • lui/lei/Lei avrà svoltato
  • noi avremo svoltato
  • voi/Voi avrete svoltato
  • loro/Loro avranno svoltato

Conditionalis I

  • ik zou afwijken
  • jij zou afwijken
  • hij/zij/het zou afwijken
  • wij zouden afwijken
  • jullie zouden afwijken
  • zij zouden afwijken

Condizionale presente

  • io svolterei
  • tu svolteresti
  • lui/lei/Lei svolterebbe
  • noi svolteremmo
  • voi/Voi svoltereste
  • loro/Loro svolterebbero

Conditionalis II

  • ik zou zijn afgeweken
  • jij zou zijn afgeweken
  • hij/zij/het zou zijn afgeweken
  • wij zouden zijn afgeweken
  • jullie zouden zijn afgeweken
  • zij zouden zijn afgeweken

Condizionale passato

  • io avrei svoltato
  • tu avresti svoltato
  • lui/lei/Lei avrebbe svoltato
  • noi avremmo svoltato
  • voi/Voi avreste svoltato
  • loro/Loro avrebbero svoltato

Imperatief

  • jij wijk af
  • jullie wijkt af

Imperativo

  • tu svolta
  • voi/Voi svoltate

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van afwijken