Vervoeging van atomize

Engels

Nederlands

Present

  • I atomize
  • you atomize
  • he/she/it atomizes
  • we atomize
  • you atomize
  • they atomize

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik atomiseer
  • jij atomiseert
  • hij/zij/het atomiseert
  • wij atomiseren
  • jullie atomiseren
  • zij atomiseren

Simple past

  • I atomized
  • you atomized
  • he/she/it atomized
  • we atomized
  • you atomized
  • they atomized

Onvoltooid verleden tijd

  • ik atomiseerde
  • jij atomiseerde
  • hij/zij/het atomiseerde
  • wij atomiseerden
  • jullie atomiseerden
  • zij atomiseerden

Present perfect

  • I have atomized
  • you have atomized
  • he/she/it has atomized
  • we have atomized
  • you have atomized
  • they have atomized

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geatomiseerd
  • jij hebt geatomiseerd
  • hij/zij/het heeft geatomiseerd
  • wij hebben geatomiseerd
  • jullie hebben geatomiseerd
  • zij hebben geatomiseerd

Past perfect

  • I had atomized
  • you had atomized
  • he/she/it had atomized
  • we had atomized
  • you had atomized
  • they had atomized

Voltooid verleden tijd

  • ik had geatomiseerd
  • jij had geatomiseerd
  • hij/zij/het had geatomiseerd
  • wij hadden geatomiseerd
  • jullie hadden geatomiseerd
  • zij hadden geatomiseerd

Future

  • I will atomize
  • you will atomize
  • he/she/it will atomize
  • we will atomize
  • you will atomize
  • they will atomize

Toekomende tijd I

  • ik zal atomiseren
  • jij zult atomiseren
  • hij/zij/het zal atomiseren
  • wij zullen atomiseren
  • jullie zullen atomiseren
  • zij zullen atomiseren

Future perfect

  • I will have atomized
  • you will have atomized
  • he/she/it will have atomized
  • we will have atomized
  • you will have atomized
  • they will have atomized

Toekomende tijd II

  • ik zal geatomiseerd hebben
  • jij zult geatomiseerd hebben
  • hij/zij/het zal geatomiseerd hebben
  • wij zullen geatomiseerd hebben
  • jullie zullen geatomiseerd hebben
  • zij zullen geatomiseerd hebben

Conditional present

  • I would atomize
  • you would atomize
  • he/she/it would atomize
  • we would atomize
  • you would atomize
  • they would atomize

Conditionalis I

  • ik zou atomiseren
  • jij zou atomiseren
  • hij/zij/het zou atomiseren
  • wij zouden atomiseren
  • jullie zouden atomiseren
  • zij zouden atomiseren

Conditional perfect

  • I would have atomized
  • you would have atomized
  • he/she/it would have atomized
  • we would have atomized
  • you would have atomized
  • they would have atomized

Conditionalis II

  • ik zou hebben geatomiseerd
  • jij zou hebben geatomiseerd
  • hij/zij/het zou hebben geatomiseerd
  • wij zouden hebben geatomiseerd
  • jullie zouden hebben geatomiseerd
  • zij zouden hebben geatomiseerd

Imperative

  • you atomize
  • you atomize

Imperatief

  • jij atomiseer
  • jullie atomiseert

Verwijzingen

Bekijk 4 definitie(s) van atomize