Vervoeging van begraven
Onbepaalde wijs (infinitief): begraven
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik begraaf
- jij begraaft
- hij/zij/het begraaft
- wij begraven
- jullie begraven
- zij begraven
Indicativo presente
- yo entierro
- tú entierras
- él/ella entierra
- nosotros enterramos
- vosotros enterráis
- ellos/ellas entierran
Onvoltooid verleden tijd
- ik begroef
- jij begroef
- hij/zij/het begroef
- wij begroeven
- jullie begroeven
- zij begroeven
Indefinido
- yo enterré
- tú enterraste
- él/ella enterró
- nosotros enterramos
- vosotros enterrasteis
- ellos/ellas enterraron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb begraven
- jij hebt begraven
- hij/zij/het heeft begraven
- wij hebben begraven
- jullie hebben begraven
- zij hebben begraven
Pretérito perfecto compuesto
- yo he enterrado
- tú has enterrado
- él/ella ha enterrado
- nosotros hemos enterrado
- vosotros habéis enterrado
- ellos/ellas han enterrado
Voltooid verleden tijd
- ik had begraven
- jij had begraven
- hij/zij/het had begraven
- wij hadden begraven
- jullie hadden begraven
- zij hadden begraven
Pluscuamperfecto
- yo había enterrado
- tú habías enterrado
- él/ella había enterrado
- nosotros habíamos enterrado
- vosotros habíais enterrado
- ellos/ellas habían enterrado
Toekomende tijd I
- ik zal begraven
- jij zult begraven
- hij/zij/het zal begraven
- wij zullen begraven
- jullie zullen begraven
- zij zullen begraven
Futuro I
- yo enterraré
- tú enterrarás
- él/ella enterrará
- nosotros enterraremos
- vosotros enterraréis
- ellos/ellas enterrarán
Toekomende tijd II
- ik zal begraven hebben
- jij zult begraven hebben
- hij/zij/het zal begraven hebben
- wij zullen begraven hebben
- jullie zullen begraven hebben
- zij zullen begraven hebben
Futuro perfecto
- yo habré enterrado
- tú habrás enterrado
- él/ella habrá enterrado
- nosotros habremos enterrado
- vosotros habréis enterrado
- ellos/ellas habrán enterrado
Conditionalis I
- ik zou begraven
- jij zou begraven
- hij/zij/het zou begraven
- wij zouden begraven
- jullie zouden begraven
- zij zouden begraven
Condicional
- yo enterraría
- tú enterrarías
- él/ella enterraría
- nosotros enterraríamos
- vosotros enterraríais
- ellos/ellas enterrarían
Conditionalis II
- ik zou hebben begraven
- jij zou hebben begraven
- hij/zij/het zou hebben begraven
- wij zouden hebben begraven
- jullie zouden hebben begraven
- zij zouden hebben begraven
Condicional perfecto
- yo habría enterrado
- tú habrías enterrado
- él/ella habría enterrado
- nosotros habríamos enterrado
- vosotros habríais enterrado
- ellos/ellas habrían enterrado
Imperatief
- jij begraaf
- jullie begraaft
Imperativo presente
- tú entierra
- vosotros enterrad