Vervoeging van belenden

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het belendt
    • zij belenden
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het belendde
    • zij belendden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft belend
    • zij hebben belend
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had belend
    • zij hadden belend
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal belenden
    • zij zult belenden
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal belend hebben
    • zij zult belend hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal belenden
    • zij zullen belenden
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben belend
    • zij zullen hebben belend