Vervoeging van bezinken
Onbepaalde wijs (infinitief): bezinken
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het bezinkt
- zij bezinken
Present
- he/she/it elucidates
- they elucidate
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het bezonk
- zij bezonken
Simple past
- he/she/it elucidated
- they elucidated
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is bezonken
- zij zijn bezonken
Present perfect
- he/she/it has elucidated
- they have elucidated
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was bezonken
- zij waren bezonken
Past perfect
- he/she/it had elucidated
- they had elucidated
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal bezinken
- zij zult bezinken
Future
- he/she/it will elucidate
- they will elucidate
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal bezonken zijn
- zij zult bezonken zijn
Future perfect
- he/she/it will have elucidated
- they will have elucidated
Conditionalis I
- hij/zij/het zal bezinken
- zij zullen bezinken
Conditional present
- he/she/it would elucidate
- they would elucidate
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn bezonken
- zij zullen zijn bezonken
Conditional perfect
- he/she/it would have elucidated
- they would have elucidated