Vervoeging van bijdragen
Onbepaalde wijs (infinitief): bijdragen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik draag bij
- jij draagt bij
- hij/zij/het draagt bij
- wij dragen bij
- jullie dragen bij
- zij dragen bij
Indicativo presente
- yo acelero
- tú aceleras
- él/ella acelera
- nosotros aceleramos
- vosotros aceleráis
- ellos/ellas aceleran
Onvoltooid verleden tijd
- ik droeg bij
- jij droeg bij
- hij/zij/het droeg bij
- wij droegen bij
- jullie droegen bij
- zij droegen bij
Indefinido
- yo aceleré
- tú aceleraste
- él/ella aceleró
- nosotros aceleramos
- vosotros acelerasteis
- ellos/ellas aceleraron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb bijgedragen
- jij hebt bijgedragen
- hij/zij/het heeft bijgedragen
- wij hebben bijgedragen
- jullie hebben bijgedragen
- zij hebben bijgedragen
Pretérito perfecto compuesto
- yo he acelerado
- tú has acelerado
- él/ella ha acelerado
- nosotros hemos acelerado
- vosotros habéis acelerado
- ellos/ellas han acelerado
Voltooid verleden tijd
- ik had bijgedragen
- jij had bijgedragen
- hij/zij/het had bijgedragen
- wij hadden bijgedragen
- jullie hadden bijgedragen
- zij hadden bijgedragen
Pluscuamperfecto
- yo había acelerado
- tú habías acelerado
- él/ella había acelerado
- nosotros habíamos acelerado
- vosotros habíais acelerado
- ellos/ellas habían acelerado
Toekomende tijd I
- ik zal bijdragen
- jij zult bijdragen
- hij/zij/het zal bijdragen
- wij zullen bijdragen
- jullie zullen bijdragen
- zij zullen bijdragen
Futuro I
- yo aceleraré
- tú acelerarás
- él/ella acelerará
- nosotros aceleraremos
- vosotros aceleraréis
- ellos/ellas acelerarán
Toekomende tijd II
- ik zal bijgedragen hebben
- jij zult bijgedragen hebben
- hij/zij/het zal bijgedragen hebben
- wij zullen bijgedragen hebben
- jullie zullen bijgedragen hebben
- zij zullen bijgedragen hebben
Futuro perfecto
- yo habré acelerado
- tú habrás acelerado
- él/ella habrá acelerado
- nosotros habremos acelerado
- vosotros habréis acelerado
- ellos/ellas habrán acelerado
Conditionalis I
- ik zou bijdragen
- jij zou bijdragen
- hij/zij/het zou bijdragen
- wij zouden bijdragen
- jullie zouden bijdragen
- zij zouden bijdragen
Condicional
- yo aceleraría
- tú acelerarías
- él/ella aceleraría
- nosotros aceleraríamos
- vosotros aceleraríais
- ellos/ellas acelerarían
Conditionalis II
- ik zou hebben bijgedragen
- jij zou hebben bijgedragen
- hij/zij/het zou hebben bijgedragen
- wij zouden hebben bijgedragen
- jullie zouden hebben bijgedragen
- zij zouden hebben bijgedragen
Condicional perfecto
- yo habría acelerado
- tú habrías acelerado
- él/ella habría acelerado
- nosotros habríamos acelerado
- vosotros habríais acelerado
- ellos/ellas habrían acelerado
Imperatief
- jij draag bij
- jullie draagt bij
Imperativo presente
- tú acelera
- vosotros acelerad