Vervoeging van bijdragen

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik draag bij
  • jij draagt bij
  • hij/zij/het draagt bij
  • wij dragen bij
  • jullie dragen bij
  • zij dragen bij

Indicativo presente

  • yo activo
  • activas
  • él/ella activa
  • nosotros activamos
  • vosotros activáis
  • ellos/ellas activan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik droeg bij
  • jij droeg bij
  • hij/zij/het droeg bij
  • wij droegen bij
  • jullie droegen bij
  • zij droegen bij

Indefinido

  • yo activé
  • activaste
  • él/ella activó
  • nosotros activamos
  • vosotros activasteis
  • ellos/ellas activaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb bijgedragen
  • jij hebt bijgedragen
  • hij/zij/het heeft bijgedragen
  • wij hebben bijgedragen
  • jullie hebben bijgedragen
  • zij hebben bijgedragen

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he activado
  • has activado
  • él/ella ha activado
  • nosotros hemos activado
  • vosotros habéis activado
  • ellos/ellas han activado

Voltooid verleden tijd

  • ik had bijgedragen
  • jij had bijgedragen
  • hij/zij/het had bijgedragen
  • wij hadden bijgedragen
  • jullie hadden bijgedragen
  • zij hadden bijgedragen

Pluscuamperfecto

  • yo había activado
  • habías activado
  • él/ella había activado
  • nosotros habíamos activado
  • vosotros habíais activado
  • ellos/ellas habían activado

Toekomende tijd I

  • ik zal bijdragen
  • jij zult bijdragen
  • hij/zij/het zal bijdragen
  • wij zullen bijdragen
  • jullie zullen bijdragen
  • zij zullen bijdragen

Futuro I

  • yo activaré
  • activarás
  • él/ella activará
  • nosotros activaremos
  • vosotros activaréis
  • ellos/ellas activarán

Toekomende tijd II

  • ik zal bijgedragen hebben
  • jij zult bijgedragen hebben
  • hij/zij/het zal bijgedragen hebben
  • wij zullen bijgedragen hebben
  • jullie zullen bijgedragen hebben
  • zij zullen bijgedragen hebben

Futuro perfecto

  • yo habré activado
  • habrás activado
  • él/ella habrá activado
  • nosotros habremos activado
  • vosotros habréis activado
  • ellos/ellas habrán activado

Conditionalis I

  • ik zou bijdragen
  • jij zou bijdragen
  • hij/zij/het zou bijdragen
  • wij zouden bijdragen
  • jullie zouden bijdragen
  • zij zouden bijdragen

Condicional

  • yo activaría
  • activarías
  • él/ella activaría
  • nosotros activaríamos
  • vosotros activaríais
  • ellos/ellas activarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben bijgedragen
  • jij zou hebben bijgedragen
  • hij/zij/het zou hebben bijgedragen
  • wij zouden hebben bijgedragen
  • jullie zouden hebben bijgedragen
  • zij zouden hebben bijgedragen

Condicional perfecto

  • yo habría activado
  • habrías activado
  • él/ella habría activado
  • nosotros habríamos activado
  • vosotros habríais activado
  • ellos/ellas habrían activado

Imperatief

  • jij draag bij
  • jullie draagt bij

Imperativo presente

  • activa
  • vosotros activad

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van bijdragen