Vervoeging van bijscholen

Onbepaalde wijs (infinitief): bijscholen

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik school bij
    • jij schoolt bij
    • hij/zij/het schoolt bij
    • wij scholen bij
    • jullie scholen bij
    • zij scholen bij
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik schoolde bij
    • jij schoolde bij
    • hij/zij/het schoolde bij
    • wij schoolden bij
    • jullie schoolden bij
    • zij schoolden bij
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb bijgeschoold
    • jij hebt bijgeschoold
    • hij/zij/het heeft bijgeschoold
    • wij hebben bijgeschoold
    • jullie hebben bijgeschoold
    • zij hebben bijgeschoold
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had bijgeschoold
    • jij had bijgeschoold
    • hij/zij/het had bijgeschoold
    • wij hadden bijgeschoold
    • jullie hadden bijgeschoold
    • zij hadden bijgeschoold
  • Toekomende tijd I

    • ik zal bijscholen
    • jij zult bijscholen
    • hij/zij/het zal bijscholen
    • wij zullen bijscholen
    • jullie zullen bijscholen
    • zij zullen bijscholen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal bijgeschoold hebben
    • jij zult bijgeschoold hebben
    • hij/zij/het zal bijgeschoold hebben
    • wij zullen bijgeschoold hebben
    • jullie zullen bijgeschoold hebben
    • zij zullen bijgeschoold hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou bijscholen
    • jij zou bijscholen
    • hij/zij/het zou bijscholen
    • wij zouden bijscholen
    • jullie zouden bijscholen
    • zij zouden bijscholen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben bijgeschoold
    • jij zou hebben bijgeschoold
    • hij/zij/het zou hebben bijgeschoold
    • wij zouden hebben bijgeschoold
    • jullie zouden hebben bijgeschoold
    • zij zouden hebben bijgeschoold
  • Imperatief

    • jij school bij
    • jullie schoolt bij

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van bijscholen