Vervoeging van binnenkomen

Onbepaalde wijs (infinitief): binnenkomen

Vertaling: entrar

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik kom binnen
  • jij komt binnen
  • hij/zij/het komt binnen
  • wij komen binnen
  • jullie komen binnen
  • zij komen binnen

Indicativo presente

  • yo entro
  • entras
  • él/ella entra
  • nosotros entramos
  • vosotros entráis
  • ellos/ellas entran

Onvoltooid verleden tijd

  • ik kwam binnen
  • jij kwam binnen
  • hij/zij/het kwam binnen
  • wij kwamen binnen
  • jullie kwamen binnen
  • zij kwamen binnen

Indefinido

  • yo entré
  • entraste
  • él/ella entró
  • nosotros entramos
  • vosotros entrasteis
  • ellos/ellas entraron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben binnengekomen
  • jij bent binnengekomen
  • hij/zij/het is binnengekomen
  • wij zijn binnengekomen
  • jullie zijn binnengekomen
  • zij zijn binnengekomen

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he entrado
  • has entrado
  • él/ella ha entrado
  • nosotros hemos entrado
  • vosotros habéis entrado
  • ellos/ellas han entrado

Voltooid verleden tijd

  • ik was binnengekomen
  • jij was binnengekomen
  • hij/zij/het was binnengekomen
  • wij waren binnengekomen
  • jullie waren binnengekomen
  • zij waren binnengekomen

Pluscuamperfecto

  • yo había entrado
  • habías entrado
  • él/ella había entrado
  • nosotros habíamos entrado
  • vosotros habíais entrado
  • ellos/ellas habían entrado

Toekomende tijd I

  • ik zal binnenkomen
  • jij zult binnenkomen
  • hij/zij/het zal binnenkomen
  • wij zullen binnenkomen
  • jullie zullen binnenkomen
  • zij zullen binnenkomen

Futuro I

  • yo entraré
  • entrarás
  • él/ella entrará
  • nosotros entraremos
  • vosotros entraréis
  • ellos/ellas entrarán

Toekomende tijd II

  • ik zal binnengekomen zijn
  • jij zult binnengekomen zijn
  • hij/zij/het zal binnengekomen zijn
  • wij zullen binnengekomen zijn
  • jullie zullen binnengekomen zijn
  • zij zullen binnengekomen zijn

Futuro perfecto

  • yo habré entrado
  • habrás entrado
  • él/ella habrá entrado
  • nosotros habremos entrado
  • vosotros habréis entrado
  • ellos/ellas habrán entrado

Conditionalis I

  • ik zou binnenkomen
  • jij zou binnenkomen
  • hij/zij/het zou binnenkomen
  • wij zouden binnenkomen
  • jullie zouden binnenkomen
  • zij zouden binnenkomen

Condicional

  • yo entraría
  • entrarías
  • él/ella entraría
  • nosotros entraríamos
  • vosotros entraríais
  • ellos/ellas entrarían

Conditionalis II

  • ik zou zijn binnengekomen
  • jij zou zijn binnengekomen
  • hij/zij/het zou zijn binnengekomen
  • wij zouden zijn binnengekomen
  • jullie zouden zijn binnengekomen
  • zij zouden zijn binnengekomen

Condicional perfecto

  • yo habría entrado
  • habrías entrado
  • él/ella habría entrado
  • nosotros habríamos entrado
  • vosotros habríais entrado
  • ellos/ellas habrían entrado

Imperatief

  • jij kom binnen
  • jullie komt binnen

Imperativo presente

  • entra
  • vosotros entrad

Verwijzingen

Bekijk 3 definitie(s) van binnenkomen