Vervoeging van charteren
Onbepaalde wijs (infinitief): charteren
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik charter
- jij chartert
- hij/zij/het chartert
- wij charteren
- jullie charteren
- zij charteren
Indicativo presente
- yo fleto
- tú fletas
- él/ella fleta
- nosotros fletamos
- vosotros fletáis
- ellos/ellas fletan
Onvoltooid verleden tijd
- ik charterde
- jij charterde
- hij/zij/het charterde
- wij charterden
- jullie charterden
- zij charterden
Indefinido
- yo fleté
- tú fletaste
- él/ella fletó
- nosotros fletamos
- vosotros fletasteis
- ellos/ellas fletaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gecharterd
- jij hebt gecharterd
- hij/zij/het heeft gecharterd
- wij hebben gecharterd
- jullie hebben gecharterd
- zij hebben gecharterd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he fletado
- tú has fletado
- él/ella ha fletado
- nosotros hemos fletado
- vosotros habéis fletado
- ellos/ellas han fletado
Voltooid verleden tijd
- ik had gecharterd
- jij had gecharterd
- hij/zij/het had gecharterd
- wij hadden gecharterd
- jullie hadden gecharterd
- zij hadden gecharterd
Pluscuamperfecto
- yo había fletado
- tú habías fletado
- él/ella había fletado
- nosotros habíamos fletado
- vosotros habíais fletado
- ellos/ellas habían fletado
Toekomende tijd I
- ik zal charteren
- jij zult charteren
- hij/zij/het zal charteren
- wij zullen charteren
- jullie zullen charteren
- zij zullen charteren
Futuro I
- yo fletaré
- tú fletarás
- él/ella fletará
- nosotros fletaremos
- vosotros fletaréis
- ellos/ellas fletarán
Toekomende tijd II
- ik zal gecharterd hebben
- jij zult gecharterd hebben
- hij/zij/het zal gecharterd hebben
- wij zullen gecharterd hebben
- jullie zullen gecharterd hebben
- zij zullen gecharterd hebben
Futuro perfecto
- yo habré fletado
- tú habrás fletado
- él/ella habrá fletado
- nosotros habremos fletado
- vosotros habréis fletado
- ellos/ellas habrán fletado
Conditionalis I
- ik zou charteren
- jij zou charteren
- hij/zij/het zou charteren
- wij zouden charteren
- jullie zouden charteren
- zij zouden charteren
Condicional
- yo fletaría
- tú fletarías
- él/ella fletaría
- nosotros fletaríamos
- vosotros fletaríais
- ellos/ellas fletarían
Conditionalis II
- ik zou hebben gecharterd
- jij zou hebben gecharterd
- hij/zij/het zou hebben gecharterd
- wij zouden hebben gecharterd
- jullie zouden hebben gecharterd
- zij zouden hebben gecharterd
Condicional perfecto
- yo habría fletado
- tú habrías fletado
- él/ella habría fletado
- nosotros habríamos fletado
- vosotros habríais fletado
- ellos/ellas habrían fletado
Imperatief
- jij charter
- jullie chartert
Imperativo presente
- tú fleta
- vosotros fletad