Vervoeging van consume
Onbepaalde wijs (infinitief): to consume
Engels
Nederlands
Present
- he/she/it consumes
- they consume
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het potverteert
- zij potverteren
Simple past
- he/she/it consumed
- they consumed
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het potverteerde
- zij potverteerden
Present perfect
- he/she/it has consumed
- they have consumed
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft potverteerd
- zij hebben potverteerd
Past perfect
- he/she/it had consumed
- they had consumed
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had potverteerd
- zij hadden potverteerd
Future
- he/she/it will consume
- they will consume
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal potverteren
- zij zult potverteren
Future perfect
- he/she/it will have consumed
- they will have consumed
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal potverteerd hebben
- zij zult potverteerd hebben
Conditional present
- he/she/it would consume
- they would consume
Conditionalis I
- hij/zij/het zal potverteren
- zij zullen potverteren
Conditional perfect
- he/she/it would have consumed
- they would have consumed
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben potverteerd
- zij zullen hebben potverteerd