Vervoeging van couler

Onbepaalde wijs (infinitief): couler

vertaal alle vervoegingen
Vertaling: stromen

6 alternatieve vertalingen

Frans

Nederlands

Présent

  • il/elle coule
  • ils/elles coulent

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het stroomt
  • zij stromen

Indicatif imparfait

  • il/elle coulait
  • ils/elles coulaient

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het stroomde
  • zij stroomden

Indicatif passé composé

  • il/elle a coulé
  • ils/elles ont coulé

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het heeft gestroomd
  • zij hebben gestroomd

Indicatif plus-que-parfait

  • il/elle avait coulé
  • ils/elles avaient coulé

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het had gestroomd
  • zij hadden gestroomd

Indicatif futur

  • il/elle coulera
  • ils/elles couleront

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal stromen
  • zij zult stromen

Indicatif futur antérieur

  • il/elle aura coulé
  • ils/elles auront coulé

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal gestroomd hebben
  • zij zult gestroomd hebben

Conditionnel présent

  • il/elle coulerait
  • ils/elles couleraient

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal stromen
  • zij zullen stromen

Conditionnel passé (1ère forme)

  • il/elle aurait coulé
  • ils/elles auraient coulé

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal hebben gestroomd
  • zij zullen hebben gestroomd