Vervoeging van doornemen
Onbepaalde wijs (infinitief): doornemen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik neem door
- jij neemt door
- hij/zij/het neemt door
- wij nemen door
- jullie nemen door
- zij nemen door
Indicativo presente
- yo reitero
- tú reiteras
- él/ella reitera
- nosotros reiteramos
- vosotros reiteráis
- ellos/ellas reiteran
Onvoltooid verleden tijd
- ik nam door
- jij nam door
- hij/zij/het nam door
- wij namen door
- jullie namen door
- zij namen door
Indefinido
- yo reiteré
- tú reiteraste
- él/ella reiteró
- nosotros reiteramos
- vosotros reiterasteis
- ellos/ellas reiteraron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb doorgenomen
- jij hebt doorgenomen
- hij/zij/het heeft doorgenomen
- wij hebben doorgenomen
- jullie hebben doorgenomen
- zij hebben doorgenomen
Pretérito perfecto compuesto
- yo he reiterado
- tú has reiterado
- él/ella ha reiterado
- nosotros hemos reiterado
- vosotros habéis reiterado
- ellos/ellas han reiterado
Voltooid verleden tijd
- ik had doorgenomen
- jij had doorgenomen
- hij/zij/het had doorgenomen
- wij hadden doorgenomen
- jullie hadden doorgenomen
- zij hadden doorgenomen
Pluscuamperfecto
- yo había reiterado
- tú habías reiterado
- él/ella había reiterado
- nosotros habíamos reiterado
- vosotros habíais reiterado
- ellos/ellas habían reiterado
Toekomende tijd I
- ik zal doornemen
- jij zult doornemen
- hij/zij/het zal doornemen
- wij zullen doornemen
- jullie zullen doornemen
- zij zullen doornemen
Futuro I
- yo reiteraré
- tú reiterarás
- él/ella reiterará
- nosotros reiteraremos
- vosotros reiteraréis
- ellos/ellas reiterarán
Toekomende tijd II
- ik zal doorgenomen hebben
- jij zult doorgenomen hebben
- hij/zij/het zal doorgenomen hebben
- wij zullen doorgenomen hebben
- jullie zullen doorgenomen hebben
- zij zullen doorgenomen hebben
Futuro perfecto
- yo habré reiterado
- tú habrás reiterado
- él/ella habrá reiterado
- nosotros habremos reiterado
- vosotros habréis reiterado
- ellos/ellas habrán reiterado
Conditionalis I
- ik zou doornemen
- jij zou doornemen
- hij/zij/het zou doornemen
- wij zouden doornemen
- jullie zouden doornemen
- zij zouden doornemen
Condicional
- yo reiteraría
- tú reiterarías
- él/ella reiteraría
- nosotros reiteraríamos
- vosotros reiteraríais
- ellos/ellas reiterarían
Conditionalis II
- ik zou hebben doorgenomen
- jij zou hebben doorgenomen
- hij/zij/het zou hebben doorgenomen
- wij zouden hebben doorgenomen
- jullie zouden hebben doorgenomen
- zij zouden hebben doorgenomen
Condicional perfecto
- yo habría reiterado
- tú habrías reiterado
- él/ella habría reiterado
- nosotros habríamos reiterado
- vosotros habríais reiterado
- ellos/ellas habrían reiterado
Imperatief
- jij neem door
- jullie neemt door
Imperativo presente
- tú reitera
- vosotros reiterad