Vervoeging van doornemen

Vertaling: ripetere

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik neem door
  • jij neemt door
  • hij/zij/het neemt door
  • wij nemen door
  • jullie nemen door
  • zij nemen door

Presente

  • io ripeto
  • tu ripeti
  • lui/lei/Lei ripete
  • noi ripetiamo
  • voi/Voi ripetete
  • loro/Loro ripetono

Onvoltooid verleden tijd

  • ik nam door
  • jij nam door
  • hij/zij/het nam door
  • wij namen door
  • jullie namen door
  • zij namen door

Imperfetto

  • io ripetevo
  • tu ripetevi
  • lui/lei/Lei ripeteva
  • noi ripetevamo
  • voi/Voi ripetevate
  • loro/Loro ripetevano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb doorgenomen
  • jij hebt doorgenomen
  • hij/zij/het heeft doorgenomen
  • wij hebben doorgenomen
  • jullie hebben doorgenomen
  • zij hebben doorgenomen

Passato prossimo

  • io ho ripetuto
  • tu hai ripetuto
  • lui/lei/Lei ha ripetuto
  • noi abbiamo ripetuto
  • voi/Voi avete ripetuto
  • loro/Loro hanno ripetuto

Voltooid verleden tijd

  • ik had doorgenomen
  • jij had doorgenomen
  • hij/zij/het had doorgenomen
  • wij hadden doorgenomen
  • jullie hadden doorgenomen
  • zij hadden doorgenomen

Trapassato prossimo

  • io avevo ripetuto
  • tu avevi ripetuto
  • lui/lei/Lei aveva ripetuto
  • noi avevamo ripetuto
  • voi/Voi avevate ripetuto
  • loro/Loro avevano ripetuto

Toekomende tijd I

  • ik zal doornemen
  • jij zult doornemen
  • hij/zij/het zal doornemen
  • wij zullen doornemen
  • jullie zullen doornemen
  • zij zullen doornemen

Futuro semplice

  • io ripeterò
  • tu ripeterai
  • lui/lei/Lei ripeterà
  • noi ripeteremo
  • voi/Voi ripeterete
  • loro/Loro ripeteranno

Toekomende tijd II

  • ik zal doorgenomen hebben
  • jij zult doorgenomen hebben
  • hij/zij/het zal doorgenomen hebben
  • wij zullen doorgenomen hebben
  • jullie zullen doorgenomen hebben
  • zij zullen doorgenomen hebben

Futuro anteriore

  • io avrò ripetuto
  • tu avrai ripetuto
  • lui/lei/Lei avrà ripetuto
  • noi avremo ripetuto
  • voi/Voi avrete ripetuto
  • loro/Loro avranno ripetuto

Conditionalis I

  • ik zou doornemen
  • jij zou doornemen
  • hij/zij/het zou doornemen
  • wij zouden doornemen
  • jullie zouden doornemen
  • zij zouden doornemen

Condizionale presente

  • io ripeterei
  • tu ripeteresti
  • lui/lei/Lei ripeterebbe
  • noi ripeteremmo
  • voi/Voi ripetereste
  • loro/Loro ripeterebbero

Conditionalis II

  • ik zou hebben doorgenomen
  • jij zou hebben doorgenomen
  • hij/zij/het zou hebben doorgenomen
  • wij zouden hebben doorgenomen
  • jullie zouden hebben doorgenomen
  • zij zouden hebben doorgenomen

Condizionale passato

  • io avrei ripetuto
  • tu avresti ripetuto
  • lui/lei/Lei avrebbe ripetuto
  • noi avremmo ripetuto
  • voi/Voi avreste ripetuto
  • loro/Loro avrebbero ripetuto

Imperatief

  • jij neem door
  • jullie neemt door

Imperativo

  • tu ripeti
  • voi/Voi ripetete

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van doornemen