Vervoeging van doorschieten

Onbepaalde wijs (infinitief): doorschieten

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik doorschiet
    • jij doorschiet
    • hij/zij/het doorschiet
    • wij doorschieten
    • jullie doorschieten
    • zij doorschieten
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik doorschoot
    • jij doorschoot
    • hij/zij/het doorschoot
    • wij doorschoten
    • jullie doorschoten
    • zij doorschoten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb doorschoten
    • jij hebt doorschoten
    • hij/zij/het heeft doorschoten
    • wij hebben doorschoten
    • jullie hebben doorschoten
    • zij hebben doorschoten
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had doorschoten
    • jij had doorschoten
    • hij/zij/het had doorschoten
    • wij hadden doorschoten
    • jullie hadden doorschoten
    • zij hadden doorschoten
  • Toekomende tijd I

    • ik zal doorschieten
    • jij zult doorschieten
    • hij/zij/het zal doorschieten
    • wij zullen doorschieten
    • jullie zullen doorschieten
    • zij zullen doorschieten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal doorschoten hebben
    • jij zult doorschoten hebben
    • hij/zij/het zal doorschoten hebben
    • wij zullen doorschoten hebben
    • jullie zullen doorschoten hebben
    • zij zullen doorschoten hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou doorschieten
    • jij zou doorschieten
    • hij/zij/het zou doorschieten
    • wij zouden doorschieten
    • jullie zouden doorschieten
    • zij zouden doorschieten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben doorschoten
    • jij zou hebben doorschoten
    • hij/zij/het zou hebben doorschoten
    • wij zouden hebben doorschoten
    • jullie zouden hebben doorschoten
    • zij zouden hebben doorschoten
  • Imperatief

    • jij doorschiet
    • jullie doorschiet

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van doorschieten