Engels

Nederlands

Present

  • he/she/it drifts
  • they drift

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het waait over
  • zij waaien over

Simple past

  • he/she/it drifted
  • they drifted

Onvoltooid verleden tijd

  • hij/zij/het waaide over
  • zij waaiden over

Present perfect

  • he/she/it has drifted
  • they have drifted

Voltooid tegenwoordige tijd

  • hij/zij/het is overgewaaid
  • zij zijn overgewaaid

Past perfect

  • he/she/it had drifted
  • they had drifted

Voltooid verleden tijd

  • hij/zij/het was overgewaaid
  • zij waren overgewaaid

Future

  • he/she/it will drift
  • they will drift

Toekomende tijd I

  • hij/zij/het zal overwaaien
  • zij zult overwaaien

Future perfect

  • he/she/it will have drifted
  • they will have drifted

Toekomende tijd II

  • hij/zij/het zal overgewaaid zijn
  • zij zult overgewaaid zijn

Conditional present

  • he/she/it would drift
  • they would drift

Conditionalis I

  • hij/zij/het zal overwaaien
  • zij zullen overwaaien

Conditional perfect

  • he/she/it would have drifted
  • they would have drifted

Conditionalis II

  • hij/zij/het zal zijn overgewaaid
  • zij zullen zijn overgewaaid

Verwijzingen

Bekijk 25 definitie(s) van drift