Vervoeging van eerbiedigen

Onbepaalde wijs (infinitief): eerbiedigen

Vertaling: respetar

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik eerbiedig
  • jij eerbiedigt
  • hij/zij/het eerbiedigt
  • wij eerbiedigen
  • jullie eerbiedigen
  • zij eerbiedigen

Indicativo presente

  • yo respeto
  • respetas
  • él/ella respeta
  • nosotros respetamos
  • vosotros respetáis
  • ellos/ellas respetan

Onvoltooid verleden tijd

  • ik eerbiedigde
  • jij eerbiedigde
  • hij/zij/het eerbiedigde
  • wij eerbiedigden
  • jullie eerbiedigden
  • zij eerbiedigden

Indefinido

  • yo respeté
  • respetaste
  • él/ella respetó
  • nosotros respetamos
  • vosotros respetasteis
  • ellos/ellas respetaron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb geëerbiedigd
  • jij hebt geëerbiedigd
  • hij/zij/het heeft geëerbiedigd
  • wij hebben geëerbiedigd
  • jullie hebben geëerbiedigd
  • zij hebben geëerbiedigd

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he respetado
  • has respetado
  • él/ella ha respetado
  • nosotros hemos respetado
  • vosotros habéis respetado
  • ellos/ellas han respetado

Voltooid verleden tijd

  • ik had geëerbiedigd
  • jij had geëerbiedigd
  • hij/zij/het had geëerbiedigd
  • wij hadden geëerbiedigd
  • jullie hadden geëerbiedigd
  • zij hadden geëerbiedigd

Pluscuamperfecto

  • yo había respetado
  • habías respetado
  • él/ella había respetado
  • nosotros habíamos respetado
  • vosotros habíais respetado
  • ellos/ellas habían respetado

Toekomende tijd I

  • ik zal eerbiedigen
  • jij zult eerbiedigen
  • hij/zij/het zal eerbiedigen
  • wij zullen eerbiedigen
  • jullie zullen eerbiedigen
  • zij zullen eerbiedigen

Futuro I

  • yo respetaré
  • respetarás
  • él/ella respetará
  • nosotros respetaremos
  • vosotros respetaréis
  • ellos/ellas respetarán

Toekomende tijd II

  • ik zal geëerbiedigd hebben
  • jij zult geëerbiedigd hebben
  • hij/zij/het zal geëerbiedigd hebben
  • wij zullen geëerbiedigd hebben
  • jullie zullen geëerbiedigd hebben
  • zij zullen geëerbiedigd hebben

Futuro perfecto

  • yo habré respetado
  • habrás respetado
  • él/ella habrá respetado
  • nosotros habremos respetado
  • vosotros habréis respetado
  • ellos/ellas habrán respetado

Conditionalis I

  • ik zou eerbiedigen
  • jij zou eerbiedigen
  • hij/zij/het zou eerbiedigen
  • wij zouden eerbiedigen
  • jullie zouden eerbiedigen
  • zij zouden eerbiedigen

Condicional

  • yo respetaría
  • respetarías
  • él/ella respetaría
  • nosotros respetaríamos
  • vosotros respetaríais
  • ellos/ellas respetarían

Conditionalis II

  • ik zou hebben geëerbiedigd
  • jij zou hebben geëerbiedigd
  • hij/zij/het zou hebben geëerbiedigd
  • wij zouden hebben geëerbiedigd
  • jullie zouden hebben geëerbiedigd
  • zij zouden hebben geëerbiedigd

Condicional perfecto

  • yo habría respetado
  • habrías respetado
  • él/ella habría respetado
  • nosotros habríamos respetado
  • vosotros habríais respetado
  • ellos/ellas habrían respetado

Imperatief

  • jij eerbiedig
  • jullie eerbiedigt

Imperativo presente

  • respeta
  • vosotros respetad