Vervoeging van estrange

Vertaling: vervreemden

Engels

Nederlands

Present

  • I estrange
  • you estrange
  • he/she/it estranges
  • we estrange
  • you estrange
  • they estrange

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik vervreemd
  • jij vervreemdt
  • hij/zij/het vervreemdt
  • wij vervreemden
  • jullie vervreemden
  • zij vervreemden

Simple past

  • I estranged
  • you estranged
  • he/she/it estranged
  • we estranged
  • you estranged
  • they estranged

Onvoltooid verleden tijd

  • ik vervreemdde
  • jij vervreemdde
  • hij/zij/het vervreemdde
  • wij vervreemdden
  • jullie vervreemdden
  • zij vervreemdden

Present perfect

  • I have estranged
  • you have estranged
  • he/she/it has estranged
  • we have estranged
  • you have estranged
  • they have estranged

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb vervreemd
  • jij hebt vervreemd
  • hij/zij/het heeft vervreemd
  • wij hebben vervreemd
  • jullie hebben vervreemd
  • zij hebben vervreemd

Past perfect

  • I had estranged
  • you had estranged
  • he/she/it had estranged
  • we had estranged
  • you had estranged
  • they had estranged

Voltooid verleden tijd

  • ik had vervreemd
  • jij had vervreemd
  • hij/zij/het had vervreemd
  • wij hadden vervreemd
  • jullie hadden vervreemd
  • zij hadden vervreemd

Future

  • I will estrange
  • you will estrange
  • he/she/it will estrange
  • we will estrange
  • you will estrange
  • they will estrange

Toekomende tijd I

  • ik zal vervreemden
  • jij zult vervreemden
  • hij/zij/het zal vervreemden
  • wij zullen vervreemden
  • jullie zullen vervreemden
  • zij zullen vervreemden

Future perfect

  • I will have estranged
  • you will have estranged
  • he/she/it will have estranged
  • we will have estranged
  • you will have estranged
  • they will have estranged

Toekomende tijd II

  • ik zal vervreemd hebben
  • jij zult vervreemd hebben
  • hij/zij/het zal vervreemd hebben
  • wij zullen vervreemd hebben
  • jullie zullen vervreemd hebben
  • zij zullen vervreemd hebben

Conditional present

  • I would estrange
  • you would estrange
  • he/she/it would estrange
  • we would estrange
  • you would estrange
  • they would estrange

Conditionalis I

  • ik zou vervreemden
  • jij zou vervreemden
  • hij/zij/het zou vervreemden
  • wij zouden vervreemden
  • jullie zouden vervreemden
  • zij zouden vervreemden

Conditional perfect

  • I would have estranged
  • you would have estranged
  • he/she/it would have estranged
  • we would have estranged
  • you would have estranged
  • they would have estranged

Conditionalis II

  • ik zou hebben vervreemd
  • jij zou hebben vervreemd
  • hij/zij/het zou hebben vervreemd
  • wij zouden hebben vervreemd
  • jullie zouden hebben vervreemd
  • zij zouden hebben vervreemd

Imperative

  • you estrange
  • you estrange

Imperatief

  • jij vervreemd
  • jullie vervreemdt

Verwijzingen

Bekijk 2 definitie(s) van estrange