Vervoeging van fondre
Onbepaalde wijs (infinitief): fondre
Frans
Nederlands
Présent
- il/elle fond
- ils/elles fondent
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het smelt weg
- zij smelten weg
Indicatif imparfait
- il/elle fondait
- ils/elles fondaient
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het smolt weg
- zij smolten weg
Indicatif passé composé
- il/elle a fondu
- ils/elles ont fondu
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is weggesmolten
- zij zijn weggesmolten
Indicatif plus-que-parfait
- il/elle avait fondu
- ils/elles avaient fondu
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was weggesmolten
- zij waren weggesmolten
Indicatif futur
- il/elle fondra
- ils/elles fondront
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal wegsmelten
- zij zult wegsmelten
Indicatif futur antérieur
- il/elle aura fondu
- ils/elles auront fondu
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal weggesmolten zijn
- zij zult weggesmolten zijn
Conditionnel présent
- il/elle fondrait
- ils/elles fondraient
Conditionalis I
- hij/zij/het zal wegsmelten
- zij zullen wegsmelten
Conditionnel passé (1ère forme)
- il/elle aurait fondu
- ils/elles auraient fondu
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn weggesmolten
- zij zullen zijn weggesmolten