Vervoeging van gebieden
Onbepaalde wijs (infinitief): gebieden
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik gebied
- jij gebiedt
- hij/zij/het gebiedt
- wij gebieden
- jullie gebieden
- zij gebieden
Present
- I postulate
- you postulate
- he/she/it postulates
- we postulate
- you postulate
- they postulate
Onvoltooid verleden tijd
- ik gebood
- jij gebood
- hij/zij/het gebood
- wij geboden
- jullie geboden
- zij geboden
Simple past
- I postulated
- you postulated
- he/she/it postulated
- we postulated
- you postulated
- they postulated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geboden
- jij hebt geboden
- hij/zij/het heeft geboden
- wij hebben geboden
- jullie hebben geboden
- zij hebben geboden
Present perfect
- I have postulated
- you have postulated
- he/she/it has postulated
- we have postulated
- you have postulated
- they have postulated
Voltooid verleden tijd
- ik had geboden
- jij had geboden
- hij/zij/het had geboden
- wij hadden geboden
- jullie hadden geboden
- zij hadden geboden
Past perfect
- I had postulated
- you had postulated
- he/she/it had postulated
- we had postulated
- you had postulated
- they had postulated
Toekomende tijd I
- ik zal gebieden
- jij zult gebieden
- hij/zij/het zal gebieden
- wij zullen gebieden
- jullie zullen gebieden
- zij zullen gebieden
Future
- I will postulate
- you will postulate
- he/she/it will postulate
- we will postulate
- you will postulate
- they will postulate
Toekomende tijd II
- ik zal geboden hebben
- jij zult geboden hebben
- hij/zij/het zal geboden hebben
- wij zullen geboden hebben
- jullie zullen geboden hebben
- zij zullen geboden hebben
Future perfect
- I will have postulated
- you will have postulated
- he/she/it will have postulated
- we will have postulated
- you will have postulated
- they will have postulated
Conditionalis I
- ik zou gebieden
- jij zou gebieden
- hij/zij/het zou gebieden
- wij zouden gebieden
- jullie zouden gebieden
- zij zouden gebieden
Conditional present
- I would postulate
- you would postulate
- he/she/it would postulate
- we would postulate
- you would postulate
- they would postulate
Conditionalis II
- ik zou hebben geboden
- jij zou hebben geboden
- hij/zij/het zou hebben geboden
- wij zouden hebben geboden
- jullie zouden hebben geboden
- zij zouden hebben geboden
Conditional perfect
- I would have postulated
- you would have postulated
- he/she/it would have postulated
- we would have postulated
- you would have postulated
- they would have postulated
Imperatief
- jij gebied
- jullie gebiedt
Imperative
- you postulate
- you postulate