Vervoeging van genereren

Vertaling: to generate

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik genereer
  • jij genereert
  • hij/zij/het genereert
  • wij genereren
  • jullie genereren
  • zij genereren

Present

  • I generate
  • you generate
  • he/she/it generates
  • we generate
  • you generate
  • they generate

Onvoltooid verleden tijd

  • ik genereerde
  • jij genereerde
  • hij/zij/het genereerde
  • wij genereerden
  • jullie genereerden
  • zij genereerden

Simple past

  • I generated
  • you generated
  • he/she/it generated
  • we generated
  • you generated
  • they generated

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gegenereerd
  • jij hebt gegenereerd
  • hij/zij/het heeft gegenereerd
  • wij hebben gegenereerd
  • jullie hebben gegenereerd
  • zij hebben gegenereerd

Present perfect

  • I have generated
  • you have generated
  • he/she/it has generated
  • we have generated
  • you have generated
  • they have generated

Voltooid verleden tijd

  • ik had gegenereerd
  • jij had gegenereerd
  • hij/zij/het had gegenereerd
  • wij hadden gegenereerd
  • jullie hadden gegenereerd
  • zij hadden gegenereerd

Past perfect

  • I had generated
  • you had generated
  • he/she/it had generated
  • we had generated
  • you had generated
  • they had generated

Toekomende tijd I

  • ik zal genereren
  • jij zult genereren
  • hij/zij/het zal genereren
  • wij zullen genereren
  • jullie zullen genereren
  • zij zullen genereren

Future

  • I will generate
  • you will generate
  • he/she/it will generate
  • we will generate
  • you will generate
  • they will generate

Toekomende tijd II

  • ik zal gegenereerd hebben
  • jij zult gegenereerd hebben
  • hij/zij/het zal gegenereerd hebben
  • wij zullen gegenereerd hebben
  • jullie zullen gegenereerd hebben
  • zij zullen gegenereerd hebben

Future perfect

  • I will have generated
  • you will have generated
  • he/she/it will have generated
  • we will have generated
  • you will have generated
  • they will have generated

Conditionalis I

  • ik zou genereren
  • jij zou genereren
  • hij/zij/het zou genereren
  • wij zouden genereren
  • jullie zouden genereren
  • zij zouden genereren

Conditional present

  • I would generate
  • you would generate
  • he/she/it would generate
  • we would generate
  • you would generate
  • they would generate

Conditionalis II

  • ik zou hebben gegenereerd
  • jij zou hebben gegenereerd
  • hij/zij/het zou hebben gegenereerd
  • wij zouden hebben gegenereerd
  • jullie zouden hebben gegenereerd
  • zij zouden hebben gegenereerd

Conditional perfect

  • I would have generated
  • you would have generated
  • he/she/it would have generated
  • we would have generated
  • you would have generated
  • they would have generated

Imperatief

  • jij genereer
  • jullie genereert

Imperative

  • you generate
  • you generate

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van genereren