Vervoeging van goedvinden

Onbepaalde wijs (infinitief): goedvinden

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik vind goed
  • jij vindt goed
  • hij/zij/het vindt goed
  • wij vinden goed
  • jullie vinden goed
  • zij vinden goed

Indicativo presente

  • yo accedo
  • accedes
  • él/ella accede
  • nosotros accedemos
  • vosotros accedéis
  • ellos/ellas acceden

Onvoltooid verleden tijd

  • ik vond goed
  • jij vond goed
  • hij/zij/het vond goed
  • wij vonden goed
  • jullie vonden goed
  • zij vonden goed

Indefinido

  • yo accedí
  • accediste
  • él/ella accedió
  • nosotros accedimos
  • vosotros accedisteis
  • ellos/ellas accedieron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb goedgevonden
  • jij hebt goedgevonden
  • hij/zij/het heeft goedgevonden
  • wij hebben goedgevonden
  • jullie hebben goedgevonden
  • zij hebben goedgevonden

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he accedido
  • has accedido
  • él/ella ha accedido
  • nosotros hemos accedido
  • vosotros habéis accedido
  • ellos/ellas han accedido

Voltooid verleden tijd

  • ik had goedgevonden
  • jij had goedgevonden
  • hij/zij/het had goedgevonden
  • wij hadden goedgevonden
  • jullie hadden goedgevonden
  • zij hadden goedgevonden

Pluscuamperfecto

  • yo había accedido
  • habías accedido
  • él/ella había accedido
  • nosotros habíamos accedido
  • vosotros habíais accedido
  • ellos/ellas habían accedido

Toekomende tijd I

  • ik zal goedvinden
  • jij zult goedvinden
  • hij/zij/het zal goedvinden
  • wij zullen goedvinden
  • jullie zullen goedvinden
  • zij zullen goedvinden

Futuro I

  • yo accederé
  • accederás
  • él/ella accederá
  • nosotros accederemos
  • vosotros accederéis
  • ellos/ellas accederán

Toekomende tijd II

  • ik zal goedgevonden hebben
  • jij zult goedgevonden hebben
  • hij/zij/het zal goedgevonden hebben
  • wij zullen goedgevonden hebben
  • jullie zullen goedgevonden hebben
  • zij zullen goedgevonden hebben

Futuro perfecto

  • yo habré accedido
  • habrás accedido
  • él/ella habrá accedido
  • nosotros habremos accedido
  • vosotros habréis accedido
  • ellos/ellas habrán accedido

Conditionalis I

  • ik zou goedvinden
  • jij zou goedvinden
  • hij/zij/het zou goedvinden
  • wij zouden goedvinden
  • jullie zouden goedvinden
  • zij zouden goedvinden

Condicional

  • yo accedería
  • accederías
  • él/ella accedería
  • nosotros accederíamos
  • vosotros accederíais
  • ellos/ellas accederían

Conditionalis II

  • ik zou hebben goedgevonden
  • jij zou hebben goedgevonden
  • hij/zij/het zou hebben goedgevonden
  • wij zouden hebben goedgevonden
  • jullie zouden hebben goedgevonden
  • zij zouden hebben goedgevonden

Condicional perfecto

  • yo habría accedido
  • habrías accedido
  • él/ella habría accedido
  • nosotros habríamos accedido
  • vosotros habríais accedido
  • ellos/ellas habrían accedido

Imperatief

  • jij vind goed
  • jullie vindt goed

Imperativo presente

  • accede
  • vosotros acceded

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van goedvinden