Vervoeging van griffen

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik grif
  • jij grift
  • hij/zij/het grift
  • wij griffen
  • jullie griffen
  • zij griffen

Present

  • I engrave
  • you engrave
  • he/she/it engraves
  • we engrave
  • you engrave
  • they engrave

Onvoltooid verleden tijd

  • ik grifte
  • jij grifte
  • hij/zij/het grifte
  • wij griften
  • jullie griften
  • zij griften

Simple past

  • I engraved
  • you engraved
  • he/she/it engraved
  • we engraved
  • you engraved
  • they engraved

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gegrift
  • jij hebt gegrift
  • hij/zij/het heeft gegrift
  • wij hebben gegrift
  • jullie hebben gegrift
  • zij hebben gegrift

Present perfect

  • I have engraved
  • you have engraved
  • he/she/it has engraved
  • we have engraved
  • you have engraved
  • they have engraved

Voltooid verleden tijd

  • ik had gegrift
  • jij had gegrift
  • hij/zij/het had gegrift
  • wij hadden gegrift
  • jullie hadden gegrift
  • zij hadden gegrift

Past perfect

  • I had engraved
  • you had engraved
  • he/she/it had engraved
  • we had engraved
  • you had engraved
  • they had engraved

Toekomende tijd I

  • ik zal griffen
  • jij zult griffen
  • hij/zij/het zal griffen
  • wij zullen griffen
  • jullie zullen griffen
  • zij zullen griffen

Future

  • I will engrave
  • you will engrave
  • he/she/it will engrave
  • we will engrave
  • you will engrave
  • they will engrave

Toekomende tijd II

  • ik zal gegrift hebben
  • jij zult gegrift hebben
  • hij/zij/het zal gegrift hebben
  • wij zullen gegrift hebben
  • jullie zullen gegrift hebben
  • zij zullen gegrift hebben

Future perfect

  • I will have engraved
  • you will have engraved
  • he/she/it will have engraved
  • we will have engraved
  • you will have engraved
  • they will have engraved

Conditionalis I

  • ik zou griffen
  • jij zou griffen
  • hij/zij/het zou griffen
  • wij zouden griffen
  • jullie zouden griffen
  • zij zouden griffen

Conditional present

  • I would engrave
  • you would engrave
  • he/she/it would engrave
  • we would engrave
  • you would engrave
  • they would engrave

Conditionalis II

  • ik zou hebben gegrift
  • jij zou hebben gegrift
  • hij/zij/het zou hebben gegrift
  • wij zouden hebben gegrift
  • jullie zouden hebben gegrift
  • zij zouden hebben gegrift

Conditional perfect

  • I would have engraved
  • you would have engraved
  • he/she/it would have engraved
  • we would have engraved
  • you would have engraved
  • they would have engraved

Imperatief

  • jij grif
  • jullie grift

Imperative

  • you engrave
  • you engrave

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van griffen