Vervoeging van hardfietsen

Onbepaalde wijs (infinitief): hardfietsen

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik fiets hard
    • jij fietst hard
    • hij/zij/het fietst hard
    • wij fietsen hard
    • jullie fietsen hard
    • zij fietsen hard
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik fietste hard
    • jij fietste hard
    • hij/zij/het fietste hard
    • wij fietsten hard
    • jullie fietsten hard
    • zij fietsten hard
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb hardgefietst
    • jij hebt hardgefietst
    • hij/zij/het heeft hardgefietst
    • wij hebben hardgefietst
    • jullie hebben hardgefietst
    • zij hebben hardgefietst
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had hardgefietst
    • jij had hardgefietst
    • hij/zij/het had hardgefietst
    • wij hadden hardgefietst
    • jullie hadden hardgefietst
    • zij hadden hardgefietst
  • Toekomende tijd I

    • ik zal hardfietsen
    • jij zult hardfietsen
    • hij/zij/het zal hardfietsen
    • wij zullen hardfietsen
    • jullie zullen hardfietsen
    • zij zullen hardfietsen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal hardgefietst hebben
    • jij zult hardgefietst hebben
    • hij/zij/het zal hardgefietst hebben
    • wij zullen hardgefietst hebben
    • jullie zullen hardgefietst hebben
    • zij zullen hardgefietst hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou hardfietsen
    • jij zou hardfietsen
    • hij/zij/het zou hardfietsen
    • wij zouden hardfietsen
    • jullie zouden hardfietsen
    • zij zouden hardfietsen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben hardgefietst
    • jij zou hebben hardgefietst
    • hij/zij/het zou hebben hardgefietst
    • wij zouden hebben hardgefietst
    • jullie zouden hebben hardgefietst
    • zij zouden hebben hardgefietst
  • Imperatief

    • jij fiets hard
    • jullie fietst hard