Vervoeging van hertrouwen

Onbepaalde wijs (infinitief): hertrouwen

Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik hertrouw
    • jij hertrouwt
    • hij/zij/het hertrouwt
    • wij hertrouwen
    • jullie hertrouwen
    • zij hertrouwen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik hertrouwde
    • jij hertrouwde
    • hij/zij/het hertrouwde
    • wij hertrouwden
    • jullie hertrouwden
    • zij hertrouwden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik ben hertrouwd
    • jij bent hertrouwd
    • hij/zij/het is hertrouwd
    • wij zijn hertrouwd
    • jullie zijn hertrouwd
    • zij zijn hertrouwd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik was hertrouwd
    • jij was hertrouwd
    • hij/zij/het was hertrouwd
    • wij waren hertrouwd
    • jullie waren hertrouwd
    • zij waren hertrouwd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal hertrouwen
    • jij zult hertrouwen
    • hij/zij/het zal hertrouwen
    • wij zullen hertrouwen
    • jullie zullen hertrouwen
    • zij zullen hertrouwen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal hertrouwd zijn
    • jij zult hertrouwd zijn
    • hij/zij/het zal hertrouwd zijn
    • wij zullen hertrouwd zijn
    • jullie zullen hertrouwd zijn
    • zij zullen hertrouwd zijn
  • Conditionalis I

    • ik zou hertrouwen
    • jij zou hertrouwen
    • hij/zij/het zou hertrouwen
    • wij zouden hertrouwen
    • jullie zouden hertrouwen
    • zij zouden hertrouwen
  • Conditionalis II

    • ik zou zijn hertrouwd
    • jij zou zijn hertrouwd
    • hij/zij/het zou zijn hertrouwd
    • wij zouden zijn hertrouwd
    • jullie zouden zijn hertrouwd
    • zij zouden zijn hertrouwd
  • Imperatief

    • jij hertrouw
    • jullie hertrouwt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van hertrouwen