Vervoeging van honoreren
Onbepaalde wijs (infinitief): honoreren
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik honoreer
- jij honoreert
- hij/zij/het honoreert
- wij honoreren
- jullie honoreren
- zij honoreren
Présent
- je légitime
- tu légitimes
- il/elle légitime
- nous légitimons
- vous légitimez
- ils/elles légitiment
Onvoltooid verleden tijd
- ik honoreerde
- jij honoreerde
- hij/zij/het honoreerde
- wij honoreerden
- jullie honoreerden
- zij honoreerden
Indicatif imparfait
- je légitimais
- tu légitimais
- il/elle légitimait
- nous légitimions
- vous légitimiez
- ils/elles légitimaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gehonoreerd
- jij hebt gehonoreerd
- hij/zij/het heeft gehonoreerd
- wij hebben gehonoreerd
- jullie hebben gehonoreerd
- zij hebben gehonoreerd
Indicatif passé composé
- j'ai légitimé
- tu as légitimé
- il/elle a légitimé
- nous avons légitimé
- vous avez légitimé
- ils/elles ont légitimé
Voltooid verleden tijd
- ik had gehonoreerd
- jij had gehonoreerd
- hij/zij/het had gehonoreerd
- wij hadden gehonoreerd
- jullie hadden gehonoreerd
- zij hadden gehonoreerd
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais légitimé
- tu avais légitimé
- il/elle avait légitimé
- nous avions légitimé
- vous aviez légitimé
- ils/elles avaient légitimé
Toekomende tijd I
- ik zal honoreren
- jij zult honoreren
- hij/zij/het zal honoreren
- wij zullen honoreren
- jullie zullen honoreren
- zij zullen honoreren
Indicatif futur
- je légitimerai
- tu légitimeras
- il/elle légitimera
- nous légitimerons
- vous légitimerez
- ils/elles légitimeront
Toekomende tijd II
- ik zal gehonoreerd hebben
- jij zult gehonoreerd hebben
- hij/zij/het zal gehonoreerd hebben
- wij zullen gehonoreerd hebben
- jullie zullen gehonoreerd hebben
- zij zullen gehonoreerd hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai légitimé
- tu auras légitimé
- il/elle aura légitimé
- nous aurons légitimé
- vous aurez légitimé
- ils/elles auront légitimé
Conditionalis I
- ik zou honoreren
- jij zou honoreren
- hij/zij/het zou honoreren
- wij zouden honoreren
- jullie zouden honoreren
- zij zouden honoreren
Conditionnel présent
- je légitimerais
- tu légitimerais
- il/elle légitimerait
- nous légitimerions
- vous légitimeriez
- ils/elles légitimeraient
Conditionalis II
- ik zou hebben gehonoreerd
- jij zou hebben gehonoreerd
- hij/zij/het zou hebben gehonoreerd
- wij zouden hebben gehonoreerd
- jullie zouden hebben gehonoreerd
- zij zouden hebben gehonoreerd
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais légitimé
- tu aurais légitimé
- il/elle aurait légitimé
- nous aurions légitimé
- vous auriez légitimé
- ils/elles auraient légitimé
Imperatief
- jij honoreer
- jullie honoreert
Impératif
- tu légitime
- vous légitimez