Vervoeging van imagine
Onbepaalde wijs (infinitief): to imagine
Engels
Nederlands
Present
- I imagine
- you imagine
- he/she/it imagines
- we imagine
- you imagine
- they imagine
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ga na
- jij gaat na
- hij/zij/het gaat na
- wij gaan na
- jullie gaan na
- zij gaan na
Simple past
- I imagined
- you imagined
- he/she/it imagined
- we imagined
- you imagined
- they imagined
Onvoltooid verleden tijd
- ik ging na
- jij ging na
- hij/zij/het ging na
- wij gingen na
- jullie gingen na
- zij gingen na
Present perfect
- I have imagined
- you have imagined
- he/she/it has imagined
- we have imagined
- you have imagined
- they have imagined
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb nagegaan
- jij hebt nagegaan
- hij/zij/het heeft nagegaan
- wij hebben nagegaan
- jullie hebben nagegaan
- zij hebben nagegaan
Past perfect
- I had imagined
- you had imagined
- he/she/it had imagined
- we had imagined
- you had imagined
- they had imagined
Voltooid verleden tijd
- ik had nagegaan
- jij had nagegaan
- hij/zij/het had nagegaan
- wij hadden nagegaan
- jullie hadden nagegaan
- zij hadden nagegaan
Future
- I will imagine
- you will imagine
- he/she/it will imagine
- we will imagine
- you will imagine
- they will imagine
Toekomende tijd I
- ik zal nagaan
- jij zult nagaan
- hij/zij/het zal nagaan
- wij zullen nagaan
- jullie zullen nagaan
- zij zullen nagaan
Future perfect
- I will have imagined
- you will have imagined
- he/she/it will have imagined
- we will have imagined
- you will have imagined
- they will have imagined
Toekomende tijd II
- ik zal nagegaan hebben
- jij zult nagegaan hebben
- hij/zij/het zal nagegaan hebben
- wij zullen nagegaan hebben
- jullie zullen nagegaan hebben
- zij zullen nagegaan hebben
Conditional present
- I would imagine
- you would imagine
- he/she/it would imagine
- we would imagine
- you would imagine
- they would imagine
Conditionalis I
- ik zou nagaan
- jij zou nagaan
- hij/zij/het zou nagaan
- wij zouden nagaan
- jullie zouden nagaan
- zij zouden nagaan
Conditional perfect
- I would have imagined
- you would have imagined
- he/she/it would have imagined
- we would have imagined
- you would have imagined
- they would have imagined
Conditionalis II
- ik zou hebben nagegaan
- jij zou hebben nagegaan
- hij/zij/het zou hebben nagegaan
- wij zouden hebben nagegaan
- jullie zouden hebben nagegaan
- zij zouden hebben nagegaan
Imperative
- you imagine
- you imagine
Imperatief
- jij ga na
- jullie gaat na